Dag 95 van Montpellier tot Montarnaud 16 km

Deze morgen werd ik om 6:30 wakker, net als de anderen. Het was een goed begin van de dag, op het lawaai van pratende mensen op het kleine pleintje bij de fontein na.

Vandaag wordt het bewolkt, met temperaturen tussen 15° en 26°.

We pakken onze rugzakken in, ruimen ons bed op en leggen de gebruikte lakens in de daarvoor voorziene bak. We nuttigen gezamenlijk het ontbijt, waarbij de koffie al klaarstaat. Eerst nog wat warm water voor de thee. Er worden twee baguettes op tafel gezet voor vijf personen. Ik heb mijn eigen brood meegebracht en wacht even af. Ik weet dat ik ‘s morgens een hele baguette alleen opeet. Er is confituur, honing en boter. Ik eet langzaam een deel van mijn eigen brood.

De hospitalier vraagt of iemand iets van informatica kan. Ik bied mijn hulp aan, aangezien hij geen verbinding meer kan maken met het internet. Ik laat mijn eten staan en bekijk de laptop die hij heeft meegebracht. Ik stel enkele vragen, maar krijg niet de juiste antwoorden om de verbinding te herstellen. Hij laat me een papiertje zien met de netwerkinfo, maar ik kan het netwerk niet vinden op de pc. Ik herstart de modem en wacht 10 minuten. Gelukkig verschijnt het netwerk weer en kan hij verder.

Het is 7:30 en de anderen, volledig aangekleed, nemen afscheid. We geven elkaar een hartelijke knuffel, meer dan een gewone handdruk. Ik eet nog wat verder, want ik heb de energie nodig. Ondertussen spreek ik nog wat met de gastheer. Hij vraagt of het normaal is dat pelgrims zo lang blijven. Nee, zegt hij, ik ben een uitzondering. Niemand blijft ‘s morgens zo lang in de verblijfplaats. Ik doe de laatste voorbereidingen, vul mijn flessen en ben klaar om te vertrekken. We schudden elkaar de hand, een langdurige handdruk. Ik heb een donatie gedaan, helaas niet veel, maar ik heb gegeven wat ik kon. De oude heer had me verteld dat een donatie niet verplicht is, maar ik voelde me toch verplicht om bij te dragen.

Eenmaal buiten vervolg ik de route waar ik de GR had verlaten. De weg loopt eerst langs historische gebouwen in het oude gedeelte van de stad. Daarna volg ik een oud aquaduct, dat goed aangegeven is met panelen en redelijk rechtdoor loopt. Bij een universiteit raak ik even de weg kwijt, maar vind snel mijn weg terug. Ik moet het terrein van de universiteit betreden en aan de andere kant weer verlaten, waar we een rotonde oversteken via een speciaal aangelegde brug.

Aan de andere kant van de brug stopt een dame op een fiets en vraagt me of ik naar Compostela wil gaan. Ik leg haar uit waarom ik deze pelgrimstocht maak en vertel dat ik het met weinig middelen doe. De vrouw heeft zelf ook de Camino de Santiago gedaan en zegt dat het haar tot een zekere bekering heeft gebracht. Voordat ze verdergaat, haalt ze een dessertje uit een van haar fietstassen en biedt het me aan. Het is een Saint-Honoré taartje, mijn favoriete zoetigheid. Ik bedank haar hartelijk en we nemen afscheid. De eerste boom die schaduw biedt, nestel ik me onder en geniet van het heerlijke taartje. Het is nog koud en zalig.

Ik vervolg mijn weg langs de tramlijn. Het is een saaie route, maar te doen. We verlaten de buitenwijken van de grote stad en komen in een klein dorpje, waarna we het groen ingaan. Het pad loopt over een riviertje en de eerste heuvels manifesteren zich. In de zon is het even doorbijten, maar het komt goed. Het zweet druppelt van mijn handen, maar bij een pauze droogt alles weer op.

Montarnaud wil ik niet bereiken, omdat het nog 3 km is. Als ik door de gemeente moet, is het nog eens 3 km extra en er zijn geen bossen na deze gemeente. Daarom beslis ik op deze afstand een geschikte plek in het veld te zoeken. Er is een grasveld en ik schuil achter struiken. Het is comfortabel en er zijn enkele muggen, maar ze steken niet. Ik verwacht een goede nachtrust te hebben.

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *