Ik heb heerlijk geslapen, zonder onderbrekingen, van 22 uur tot ongeveer 4 uur ‘s morgens. Het was zalig: geen muggen, geen vocht, niets dat mijn rust verstoorde. Ik ben vast blij en tevreden om de dag zo te beginnen. Ik bakte drie eitjes voor het ontbijt en kookte de overige negen. Mijn laatste brood heb ik opgegeten en vervolgens alles tevreden ingepakt.
Het duurt ongeveer een uur om ‘s morgens alles goed in te pakken nadat je de tent hebt opgezet en hebt gegeten, maar dat heb ik er graag voor over. Het smaakt eerlijk heerlijk om zo te ontbijten. De geur in het bos is verrukkelijk, vermengd met wilde rozemarijn die bij elke beweging naar boven komt.
Ik vervolg mijn weg en stijg tot ik op het open plateau van de heuvel kom. Hier heb ik een prachtig uitzicht over de omliggende dorpen. Dan gaan we geleidelijk naar beneden, over een pad bezaaid met rotsblokken. Het landschap wisselt af tussen bossen, landbouwgrond en rotsformaties met lage begroeiing.
In Vérargues bezoek ik de kerk Saint-André-et-du Sacré-Cœur. Een klein, mooi kerkje van binnen, met een prachtig glas-in-loodraam boven de ingang en de tekst van het kruisteken in het Latijn erboven.
Daarna ga ik naar het dorpje Saint-Christol. Hier is een klein warenhuisje, maar bij aankomst moet ik vaststellen dat het dicht is; ik ben er om 12:10 uur. De bakker is ook gesloten, zoals ik hoor in het café op de hoek, waar de bakker zelf met zijn kameraden aan de toog zit en vertelt dat zijn vrouw de winkel om 12 uur sluit.
Ik vervolg mijn weg naar Saint-Geniès-des-Mourgues, zonder brood. Het landschap is hier afwisselend, met akkerlanden en veel velden die verwilderd en niet onderhouden zijn. Ik volg een stukje langs een kanaal dat bij het pomphuis breed is, maar eenmaal de brug over veel smaller wordt.
In deze buurt worden veel paarden gehouden; er zijn maneges in overvloed. Wijnbouw is hier iets minder aanwezig, maar toch wel zichtbaar. In Saint-Geniès-des-Mourgues ga ik naar de kerk. Voor de kerk staat een menigte netjes uitgedost en ik zie een bruidspaar. Ze wachten allemaal om het gemeentehuis binnen te gaan, recht tegenover de kerk. Iemand opent de deur en vraagt of ik pelgrim ben en onderdak zoek. Hij zegt dat er mensen in het dorp zijn die pelgrims opvangen en dat ik die informatie kan opzoeken. Vervolgens gaat hij naar het bruidspaar.
Omdat dit gebied meestal gîtes heeft, doe ik geen moeite om verder te zoeken. Ik pak mijn pomp en filter water bij de fontein, voeg wat tabletten toe zodat ik water heb om mijn spaghetti te maken.
Ik verlaat het dorp en kom in een dennenbos, ideaal voor mij. Wederom met wilde rozemarijn. Ik zet mijn zeil op en maak mijn avondeten klaar: spaghetti met pesto. Het is 19 uur en ik leg me boven op mijn slaapzak, wachtend tot het wat later wordt. Plotseling begint het hevig te regenen. Tot mijn verbazing gaan de druppels dwars door het zeil heen. Ik leg een plastic op het zeil voor extra bescherming en realiseer me dat het oude zeil niet meer goed werkt. Hier moet ik even over nadenken; waarschijnlijk ga ik een tent aanschaffen in Montpellier. Gelukkig heb ik nog een paar dagen om dit uit te zoeken.
Ik ga proberen mijn sociale media bij te werken en wil toch om 21 uur zeker gaan slapen.