

Ik vraag me af wat de mensen denken als ze me zien. “Weer zo’n zwerver,” stel ik me voor dat ze in zichzelf mompelen. “Waarom slaapt hij niet gewoon binnen zoals iedereen?” Maar ik laat hun gedachten voorbijgaan. Dit is mijn leven, en ik probeer het zo goed mogelijk te doen met wat ik heb. Ik zorg ervoor dat ik respect toon voor de plekken waar ik verblijf, alles netjes achterlatend. Altijd klaar om binnen vijf minuten in te pakken, mocht de situatie zich tegen me keren.
De ochtend breekt aan en ik begin mijn dag. Snel heb ik mijn spullen ingepakt en loop enkele meters verder, tot ik de kerk van Vitorino de Piães bereik. Binnen vind ik een stopcontact – een kans om mijn telefoon op te laden – en een plek voor een kort gebed. De kerk is prachtig onderhouden, met kleurrijke plafondschilderingen die me uitnodigen om even stil te staan. Plots vult het geluid van een koor de ruimte, en ik word meegenomen in hun liederen van aanbidding. De dienst zal zo beginnen. Mensen stromen binnen en binnen enkele minuten zijn alle zitplaatsen gevuld. De mis begint, en hoewel ik de woorden niet versta, voel ik waar ze over spreken. Ik fluister mijn eigen gebeden in stilte, zodat ik niemand stoor.
Het gezang en de gebeden herinneren me aan de momenten die ik met mijn medepelgrims deelde. De keren dat we samen de erediensten bijwoonden, ieder van ons in onze eigen innerlijke wereld, maar toch verbonden door hetzelfde ritueel. Het zijn momenten van rust die ons allen raakten, op verschillende manieren.
Maar de weg roept, en ik voel dat het tijd is om verder te gaan. De twijfel steekt de kop op. Waarom blijf ik eigenlijk verdergaan? Wat hoop ik nog te vinden? Mijn toekomst lijkt zo vaag en richtingloos, maar toch, elke stap brengt me verder, elke stap iets sneller dan de vorige. En zo ben ik weer onderweg, de Camino die me leidt met een energie die ik niet helemaal begrijp, maar die me voortstuwt.
De paden veranderen van asfalt naar stoffige wegen, met steeds minder bossen om schaduw te bieden. De zon begint zijn kracht te tonen, ondanks dat het slechts 23 graden is. Met een zware rugzak gevuld met eten en brandstof voor mijn kooktoestel, voel ik de hitte in elke stap. Kapellen, kruisen en kerken duiken op langs de weg, stille getuigen van een tijd waarin deze paden zonder gele of blauwe pijlen richting gaven. Het zijn bakens van geloof, ooit de enige gidsen in een wereld die minder duidelijk was dan nu.
Water drinken wordt een noodzaak, niet alleen om het zweten te compenseren, maar ook om de geest scherp te houden. Een briesje droogt het zweet van mijn huid, en ik geniet even van die verfrissing. Maar ik weet dat het tijd is om een plek te vinden om te rusten. De kerk van Vila Boa komt in zicht, met een overkapping die bescherming biedt tegen de zon. Op een bank voor de kerk bel ik met een van mijn kinderen. Ik wil hun stemmen horen, weten hoe ze het maken in mijn afwezigheid. Ze zijn sterk, eerlijk in hun oordeel, maar zonder te veroordelen. Het raakt me diep, hun woorden trekken aan mijn ziel en doen mijn hart verkrampen. Had ik dit allemaal moeten doen om mezelf weer te vinden?
Met mijn geïmproviseerde fornuis kook ik een simpele maaltijd: spaghetti met roomsaus. Het smaakt beter dan het zou moeten, en ik voel hoe de warmte van het eten mijn lichaam vult, terwijl mijn geest ook even tot rust komt. Na het eten was ik alles netjes af bij de fontein en pak ik mijn spullen weer in. Ik wacht tot de avond valt en zoek een plekje achter een muurtje bij de ingang van de kerk. Klaar voor de nacht.
De voorbijgangers kijken misschien even op, maar geven verder geen aandacht aan mijn aanwezigheid. De klok slaat tien uur en stopt dan, terwijl de rust zich langzaam over het plein verspreidt. De nacht lijkt me goed gezind, en onder de sterrenhemel, beschut door de muren van de kerk, vind ik eindelijk een moment van vrede.