Goed geslapen, draaide ik me nog eens om en keek naar de klok. Het was iets voor zeven. Langzaam klom ik uit mijn bed, rekte me uit en ging naar beneden. Het huis was stil en kalm, een perfect begin van de dag. Ik genoot van een eenvoudig ontbijt, maakte mijn rugzak gereed, zette alles weer netjes op zijn plaats, deed de afwas en ruimde een beetje op. Alles moest in perfecte staat achtergelaten worden, uit respect voor de gastvrijheid die mij was geboden.
Om half negen stond Jeroen voor de deur. Zijn vrouw en hun kleine waren erbij. We maakten kennis en ik bedankte haar hartelijk voor het eten en voor hun gastvrijheid. Jeroen reed me terug naar het punt waar ik de vorige dag was gestopt. We namen hartelijk afscheid en ik voelde me dankbaar voor hun vriendelijkheid terwijl ik mijn weg vervolgde.
Het eerste stuk van mijn route liep langs asfaltwegen. Ik liep rechtdoor, met indrukwekkende rotsformaties aan mijn rechterkant. Deze rotsen begeleidden mij een hele tijd. Wat opviel, was het ontbreken van wijnvelden in dit gebied. In plaats daarvan strekte zich een zee van olijfvelden uit zover het oog reikte.
De weg voerde me uiteindelijk naar het Canal de la Vallée des Baux. Dit brede kanaal voorziet de gele vallei van irrigatiewater, net zoals de kleinere kanaaltjes die ik de vorige dag had gezien. Het was een prachtig gezicht en ik genoot van de serene aanblik.
Ik liep verder langs de paden en kon de vallei overzien vanaf een hoger gelegen punt. De vergezichten waren adembenemend en ik voelde een diepe rust over me komen. Mijn wandeling bracht me naar Maussane-les-Alpilles, een charmant dorpje waar ik besloot om me te bevoorraden.
Mijn eerste stop was de kerk, in de hoop contact te kunnen leggen met de priester. Helaas verwees hij me door naar het volgende dorp, Paradou. Daar, zo werd mij verteld, zou ik opvang kunnen vinden. De organisatie die de opvang runde, Les Amis des Pèlerins, vroeg meestal een minimum van €10. Aangezien ik deze tocht als een franciscaan wilde doorstaan, kon ik me die €10 niet permitteren. Ik begreep heel goed dat water en onderdak een zekere prijs hebben en wilde geen discussie aangaan over gratis onderdak. Als de verpakking belangrijker was dan de inhoud, dan zou ik liever buiten slapen.
Dus besloot ik verder te trekken en de route te volgen die Paradou links liet liggen. Op een gegeven moment kwam ik uit op een holle weg. Ik klom een stukje omhoog en vond daar een ideale plek om mijn slaapplaats op te zetten. Ik at nog een baguette met wat beleg dat ik bij me had, terwijl de lucht langzaam donkerder werd.
Het begon licht te motregenen, net genoeg om alles een beetje vochtig te maken. Ik haalde mijn paraplu tevoorschijn en drapeerde mijn matje en andere spullen eroverheen om ze droog te houden. Mijn slaapzak had ik al uitgepakt en na ongeveer tien minuten hield de regen op. Na een regenbui lijken de kleuren in de natuur altijd intenser, alsof alles gereinigd is. Het bos kreeg een andere tint en ik genoot van de frisse geur.
Ik deed nog wat op social media en kroop toen in mijn slaapzak. Terwijl ik luisterde naar de geluiden van de natuur om me heen, hoopte ik op een rustige nacht. Met een gevoel van vrede sloot ik mijn ogen en viel in een diepe, herstellende slaap, klaar voor de avonturen die de volgende dag zou brengen.