Goed geslapen. Ik lag heerlijk uit de wind en de oosterse zon scheen me ‘s morgens toe. De slaapzak was bedauwd, maar dat was geen probleem. De zon was al opgekomen en gaf warmte, dus ik legde mijn slaapzak over de struiken. Omdat hij zwart is, absorbeert hij onmiddellijk de warmte van de zon. Ik installeerde me nog even op mijn matje en wachtte tot 8 uur, want dan had ik een afspraak met mijn therapeut.
Ik voelde me goed en sprak over de kleine dingen die ik waardeer. De vraag of ik terug kan gaan naar mijn vorige leven speelt nog steeds. Kunnen anderen het verleden een plaats geven en zullen ze niet altijd oude gebeurtenissen oprakelen om hun gelijk te halen? Ze hebben gelijk, maar wat betekent dat voor mij? Kunnen we samen verder of moet ik alleen verder? Deze tweestrijd houdt me bezig. Ik wil het proberen om samen verder te gaan, maar wat als het niet lukt?
Na het gesprek vervolgde ik mijn weg tot aan het kanaal. Dit kanaal zorgt voor de watervoorziening van lager gelegen gebieden voor de bevloeiing van de landerijen. Het kanaal is volledig gebetonneerd. Hier moest ik een stukje van de grote weg volgen. Het landschap hier is vlak en begroeid met hier en daar plukjes struiken. Verder is het kaal, zonder gras of enig voedsel voor schapen of geiten om te grazen.
Na de grote weg sloeg ik af en kwam ik in akkervelden terecht. Hier vond ik weer wijnbouw. Een beetje verderop stak ik de autosnelweg over. Na deze brug begon de woningbouw rond Salon-de-Provence.
In Salon-de-Provence is ook een vliegbasis gelegen voor militaire opleiding. Je ziet hier jonge kadetten van ongeveer 15 jaar, zowel meisjes als jongens, in uniform rondlopen. Je hoort ook duidelijk de vliegtuigen overvliegen. Dit zijn gewone ULM’s, maar ze maken veel lawaai.
Na een tijdje liep ik over de grote weg en ging ik naar het grote winkelcentrum. Ik sloeg mijn voorraad in zodat ik ‘s avonds een warme maaltijd kon maken. Terwijl ik door de stad liep, sprak een oude heer mij aan. Hij had ook Compostela gelopen, tweemaal zelfs, maar vanaf Jean-Pied-de-Port. Wandelen kan hij nu niet meer, zegt hij, en doet het per fiets. Hij vertelde me dat ik bij de toeristeninformatie moest kijken voor een overnachting. Helaas, de overnachting naast de kerk wordt beheerd door de vereniging “Amis des Chemins de Saint-Jacques-de-Compostelle et de Rome”. Bij deze vereniging kost een overnachting minstens €15. Ik liet dit aan mij voorbijgaan en besloot dat ik wel een plaatsje zou vinden buiten Salon-de-Provence.
Na Salon-de-Provence vond ik een veld, waar boeren wilde hooi oogsten. Een boer vertelde me dat ze dit hooi driemaal per jaar oogsten. Na de derde keer laten ze de schapen erover grazen. Ik vond een plek langs het kanaal waar water door stroomt. Hier en daar zijn er schotten in de kanalen zodat de velden konden overstromen. Dit dient voor het nat houden van de velden. Iedere boer heeft zijn dag dat hij zijn veld mag laten overstromen.
Ik vond een verborgen plekje op een pas afgemaaid veld. Hier maakte ik mijn eten klaar en spreidde mijn rugzak uit. Het zou niet regenen deze nacht, dus ik kon zo slapen op mijn matje. Met een voldaan gevoel legde ik me neer en sloot mijn ogen, klaar voor een nieuwe dag vol avonturen.