Dag 80 van Aix-en-Provence tot Éguilles

Goed geslapen op die bank, niet te breed, niet te smal, juist voldoende. Gelukkig dat ik niet gaan slapen ben waar de priester gezegd had, beneden bij de parking. Het is daar een plaats waar alle katten zich verzamelen.

Alles een beetje laten luchten, nog eens nagedacht of ik hier naar de wasserij zou gaan of nog twee dagen zou wachten. In Salon-de-Provence zijn er namelijk veel wasserijen. De bakker juist naast de kerk is open om 7 uur. Twee baguettes en twee koffiekoeken gekocht. Het is zondag, dus mag er iets extra.

Ik volg de grote baan terug naar het centrum. Vandaag is het centrum volledig afgesloten omdat er een Iron Man-wedstrijd is. Voor de volwassenen is er een race en voor de kinderen is er ook iets georganiseerd. Hier wil ik een foto nemen van het standbeeld van de schilder Paul Cézanne. Een heer spreekt me aan en zegt dat hij een foto van mij en Cézanne zal nemen. We raken aan de praat. Een Noord-Afrikaan komt erbij, hij heeft een beetje gedronken en wil een foto van mij en hem nemen om naar zijn moeder te sturen. Hij is moeilijk af te schudden, maar de heer is een beetje geamuseerd door het gedrag van de man. Hij nodigt me uit op een koffie. De bar is nog niet open, zegt hij, maar ze kennen hem. We gaan naar een tafeltje en inderdaad, ze kennen hem. We mogen zitten en er worden ons twee koffies en twee croissants gebracht.

De heer is belastinginspecteur geweest en vertelt me hoe het allemaal in zijn werk gaat in Frankrijk. Alles is hier gecentraliseerd. Aix-en-Provence heeft meer dan 500 advocaten omdat dit een juridisch arrondissement is. Dan komt de vriend van deze heer erbij. Hij is een fervent wielrenner en kent alles van Eddy Merckx. Het is zijn idool en hij laat me verschillende foto’s zien van Eddy Merckx. Hij kan alle titels opnoemen die Merckx gewonnen heeft, met de jaren erbij. We babbelen verder. Plots komt de baas van het etablissement erbij. Hij biedt ons ook een koffie aan. Hij begint te vertellen dat hij verschillende Belgen kent die hier in de streek wonen, zoals de auteur van “Mannen komen van Mars, vrouwen komen van Venus.” Hij heeft gewerkt voor kinderfeesten, communies en alle feestelijkheden.

Het is tijd om verder te gaan. De krant is aangekomen en de heren gaan verder met hun normale routine van het lezen van de krant en het drinken van koffie, het rustige leven. 

Ik vervolg mijn weg en moet op een gegeven moment de spoorlijn volgen. Dit zijn paden waarvan het asfalt al jaren stukgereden is. Je kan hier echt niet hard rijden met alle putten en kuilen die er zijn. 

Op een kruispunt kom ik een jonge man tegen van ongeveer 14 jaar. Hij verkoopt normaal bloemen, maar niet vandaag. Hij is heel enthousiast. Ik denk dat hij staat te wachten tot er iemand hem komt ophalen. 

Inderdaad, verderop zie ik de jongeman in een wagen met twee oudere personen. Ze begroeten mij, maar blijven verder rijden. Op een gegeven moment, aan een open veld in een bocht, staat de jonge heer en biedt me een glas muntlimonade aan. We raken weer aan de praat. Ik feliciteer hem met het werk dat hij doet om zijn bloemen zelf te kweken en te verkopen. Het duurt drie jaar voordat er grote, dikke bloemen geoogst kunnen worden. Zijn ouders gaan in het weekend naar Parijs en hij blijft dan liever bij zijn grootouders. Dan komt de grootvader erbij en zegt dat hij ook nog Vlamingen heeft gekend in Congo. De ontmoeting is hartelijk, maar helaas moet ik mijn weg vervolgen. Ik neem afscheid van de jonge man die nog grote dromen heeft en architect wil worden. 

Ik vervolg mijn weg langs een slecht onderhouden asfaltweg vol putten. Op deze baan zijn ook veel lopers, maar geen wandelaars. De velden hier zijn meestal leeg of liggen braak. De grootvader had gezegd dat er ook veel speculatie was met de grond, maar dat er geen vergunningen meer worden gegeven. Zij wonen in een oude koekjesfabriek die nu bestaat uit vier gebouwen, elk nu een huis. 

Slenter verder langs de golfbaan. Ik moet deels de grote baan volgen. Deze is breed en voorzien van een fietspad waarlangs ik kan lopen. We verlaten deze om langs een klein pad in het bos uit te komen bij de eerste huizen van Éguilles. Mijn kleine teen aan de rechtervoet geeft me een brandend gevoel. Ik moet nog doorzetten om tot aan de kerk te geraken. 

De kerk is open en daar vind ik de priester. Hij wijst me op een papiertje op het aanplakbord met het nummer dat ik moet bellen voor de ontvangst van pelgrims. Met een beetje vrees dat dit een betaalde plaats zal zijn, telefoneer ik toch. In eerste instantie wordt er niet opgenomen, maar ik laat een bericht achter. Ik ga nog even buiten op de bank zitten en wacht af. Inderdaad, ik word teruggebeld. Het contact verloopt iets moeilijk, maar uiteindelijk belt een man terug met hetzelfde nummer en zegt dat ze naar de kerk komen om mij op te vangen. 

Een kwartiertje later komen een vrouw en een man aan. Ze noemen Maria en Marc. We gaan de sacristie binnen om nog de stempel op de credential te zetten. Ze brengen me recht tegenover de kerk naar een appartement dat dienst doet als vergaderzaal voor de catechese. Maria installeert het bed en geeft alle benodigde uitleg over het appartement. Het wordt gratis aangeboden door de parochie. We komen overeen dat ik eerst een beetje kleding ga wassen en deze kan ophangen, en daarna naar het huis van Maria kom om te eten. Ze had eten meegebracht, maar vindt het leuker en beter dat ik dit bij haar thuis kom opeten.

Ik doe een was van mijn kleding en hang deze op. Ik begeef me naar het huis van Maria dat op een goede 700 meter van de kerk ligt. Hier krijg ik een bord met pasta en bolognese en nog een spiering erbij. Dit alles wordt doorgespoeld met een biertje en een frisdrank. Ik raak met Marc aan de praat en hij vertelt zijn leven. Hij is militair geweest en heeft ook een scheiding achter de rug. Maria is een Portugese die naar Frankrijk gekomen is met haar man. Meer dan 25 jaar heeft ze voor een bedrijf in het dorp gewerkt. Ze heeft lang voor haar moeder gezorgd en onderhoudt nu de kerk en helpt de parochie.

Ondertussen is het 20 uur geworden en Marc en Maria nodigen mij uit om een pizza te gaan eten in een restaurant. We delen een pizza met een biertje en we geraken opnieuw aan de praat over vroeger en nu, en allerlei anekdotes die ze meegemaakt hebben met de priesters. Om 23 uur sluit de pizzeria en we begeven ons terug naar Maria’s huis. Hier nuttigen we nog een ijsje en daarna zet Marc me af bij het appartement. Voldaan en moe van een geslaagde dag leg ik me neer op het bed en val onmiddellijk in slaap

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *