Na een nacht in de schuur, beschut tegen de wind en regen, geniet ik van de rest van mijn kip als ontbijt. Jean Paul komt langs met sleutels om een waterlek te repareren, en ik help hem daarbij. Het is een lastige klus op een moeilijke plek, maar uiteindelijk krijgen we het voor elkaar.
Daarna pak ik mijn spullen in, inclusief de spullen die ik heb gekregen. Mijn voeten zijn nog steeds een beetje opgezwollen van de val van eergisteren, en het lopen gaat wat stroef.
Na vijf kilometer neem ik een ruime pauze en val ik zelfs in slaap. Een uur en twintig minuten later word ik weer wakker en vervolg ik mijn weg, zij het moeizaam.
Onderweg passeer ik een groot zonnepark, midden in een uitgestrekt privébos dat afgesloten is met hoge draad. Volgens een bordje moet je de poort weer dichtdoen als je erdoorheen gaat. De weg door het bos is een rechte, golvende kiezelbaan.
Als we het private gebied verlaten, wandelen we langs aarde paden bezaaid met rotsen naar het dorp Pourrières. Bij een kruispunt rust ik even uit, en een dame spreekt me aan omdat ze de Compostela schelp op mijn rugzak ziet. Ze vertelt me dat ze zelf ook de pelgrimstocht heeft gedaan, van Puy naar Santiago de Compostela, verdeeld over drie jaar tijd. Ze sliepen steeds in gîtes of hostels en aten in restaurants. Ze vond de Camino Frances in Spanje te commercieel geworden, vooral in 2019. Ze liepen niet meer dan 24 kilometer per dag en hadden alles van tevoren geregeld. Ze ging te voet van huis naar de bibliotheek voor het wisselen van haar boeken. We hebben lang gepraat, en net toen ze weer verder wilde gaan, passeerde haar man in de auto. Hij ging de boodschappen doen een dorp verderop.
Nauwelijks vertrokken stopt er alweer een andere auto, met een vrouw die ook de Camino had gelopen. We hebben kort wat ervaringen uitgewisseld voordat ze haar weg vervolgde.
Het is een drukke dag wanneer ik bij de school aankom net nadat de lessen zijn afgelopen. Er is een grote menigte mensen op de stoep, waardoor er geen doorkomen aan is. Dus besluit ik op straat te lopen, waar de politie de weg aan beide kanten afsluit zodat ik zonder problemen kan passeren.
Ik zoek de ingang van de kerk, maar er is geen informatie te vinden over hoe ik de priester kan bereiken. Ik vraag aan een ouder koppel op een bankje tegen een huis waar ik de pastorie kan vinden. Ze vertellen me dat ik terug naar de achterkant van de kerk moet gaan en daar aan een klein deurtje moet kloppen. Ik was er eerder langs gelopen en had gedacht dat het hier ongeveer moest zijn.
Eenmaal bij de pastorie aangekomen, merk ik dat er niemand thuis is. Ik zet me naast de deur en wacht. Het is al 17:30 uur en na verloop van tijd begin ik het koud te krijgen van de wind. Ik blijf naast mijn rugzak zitten, maar de wind houdt me bezig. Af en toe loop ik naar een plekje in de zon om weer op te warmen.
Om 20 uur komt er eindelijk iemand aan. Hij zegt dat de priester nog niet thuis is en stelt voor om een briefje met zijn nummer op de deur te hangen en dat ik bij hem thuis binnen kan wachten. Tijdens het wachten biedt de vriendelijke buurman aan om een maaltijd te delen en zegt dat ik daar altijd welkom ben.
Wat een heerlijke avond heb ik gehad! We genoten van een aperitief van pastis, gevolgd door meloen met ham en een roerei, en daarna nog wat kaas en een afzakkertje. Ondertussen belde de priester om te zeggen dat de kamer klaar zou zijn en dat ik tegen 21.30 uur langs kon komen, omdat hij even weg moest.
Terwijl we wachtten, bleven we gezellig kletsen. De vrouw bleek van Corsica te zijn, en beiden hadden elkaar eerder ontmoet tijdens een vakantie aan de Côte d’Azur. Ze vertelde me dat hun oudste zoon ook de route van Saint Jacques had gelopen, op dezelfde manier als ik, slapend in de buitenlucht met een zware rugzak. Hij had echter opgegeven nadat hij de Pyreneeën had overgestoken, omdat het te zwaar was geworden. Ik begreep dat gevoel maar al te goed. Er komt een moment waarop je moet beslissen wat het belangrijkst is: de weg zelf of de bestemming. Als je voortgang in kilometers moeilijker wordt en je het gevoel hebt dat je je doel niet bereikt, is het belangrijk om te focussen op de ontmoetingen met mensen en het vergaren van verschillende meningen, inzichten en visies. Dat geeft me de kracht om door te gaan, zelfs in de moeilijkste momenten.
Toen het tijd was, gingen we naar de priester. Bij het afscheid gaven ze me nog een doos koekjes en chocolade mee. Bij de priester namen we hartelijk afscheid en bedankten we hem voor zijn gastvrijheid.
De priester liet me de kamer zien, die enorm ruim was. Op de gang was er een douche en een wc. We spraken af dat we elkaar de volgende ochtend om 8:30 uur weer zouden zien op zijn kamer op de eerste verdieping. Ik was moe en kroop onder een aangenaam dik deken, dat we in België kennen als een Sole Mio.