Vandaag begon de dag een beetje anders dan normaal. Ik had goed geslapen, zij het iets minder vast dan de vorige nacht. Dat was eigenlijk wel te verwachten, want ik was gisteren minder moe. Na wakker te zijn geworden, besloot ik naar de bakker te gaan om twee baguettes te kopen. De geur van versgebakken brood in de winkel was heerlijk, en ik kon het niet laten om alvast een stukje te eten voor mijn ontbijt. De rest van de baguettes stopte ik in mijn tas.
Toen ik weer op locatie was, maakte ik nog snel een paar aanpassingen aan mijn rugzak. Ik had onlangs wat clips gevonden die ik kon gebruiken om de onderkant van mijn tas beter vast te maken. Dit werkte veel beter dan de koorden die ik eerder gebruikte en voelde een stuk stabieler.
Rond tien uur was ik klaar om te vertrekken. Ik bekeek mijn route nog even en bedacht me dat het ook de verjaardag van Tijgertje was. Ik moest niet vergeten om haar een berichtje te sturen. Met een lichte rugzak begon ik mijn wandeling. Het eerste stuk volgde ik nog de grote weg, maar al snel liep het pad het bos in. De brede aangelegde weg maakte plaats voor een smal pad dat zich door de bomen kronkelde.
Toen ik het dorp Brignoles naderde, kwam ik weer op de grote weg uit. Ik moest deze een tijdje volgen, maar gelukkig werd ik al snel afgeleid naar een kleiner pad ernaast. Tussen de grote weg en het pad liep een ongebruikte spoorweg. Het zag eruit alsof dit vroeger een industriële site was geweest.
Na een paar kilometer moest ik onder de snelweg door. Een beetje verder sloeg ik weer het bos in. Hier bleek de bewegwijzering nogal slecht te zijn. Ik volgde eerst een pad waarvan ik dacht dat het de juiste was, maar dit bleek een motorcrossparcours te zijn. Ik keerde terug en nam een ander, smaller pad. Het begon steil omhoog te gaan en werd steeds nauwer. Uiteindelijk besloot ik om te draaien, maar toen gleed mijn rechtervoet weg en bleef mijn linker vastzitten achter een braamstruik. Met een smak en een paar tuimelingen viel ik vijftien meter dieper in de struiken en braamstruiken.
Een paar minuten bleef ik onbeweeglijk liggen om te voelen waar ik het meeste pijn had. Mijn schouder deed het meest zeer. Ik bevrijdde mezelf uit de bramen, maar kon me nauwelijks bewegen door de stekels die overal om me heen waren. Eindelijk stond ik weer op, verzamelde mijn spullen en probeerde omhoog te klimmen. Dit lukte niet, dus moest ik een weg door de struiken en bramen banen. Ik klampte me vast aan een paar bomen, maar vond de weg niet terug. Twee uur lang zocht ik mijn weg, totdat ik uiteindelijk een jagerstoren vond met een pad dat ik kon volgen. Dit pad leidde me terug naar de weg die ik moest hebben – de GR-route.
Ondanks de val en de verwarring was ik opgelucht om weer op het juiste pad te zijn. Het was een avontuur op zich, maar ik was blij dat ik mijn tocht kon voortzetten. En hoewel mijn schouder nog steeds pijn deed, voelde ik me trots op mijn doorzettingsvermogen.
Gelukkig dat ik het pad weer gevonden heb. De GR-route maakte een grote bocht vanwege een stuk privéterrein dat volledig afgesloten was met hoge draad. Uiteindelijk leidde de route me naar de eerste gebouwen van Bras. In het dorp haastte ik me naar de kerk, maar het was al acht uur ‘s avonds. Ik belde het nummer van de parochie, maar kreeg alleen het antwoordapparaat te horen. Terwijl ik me afvroeg wat te doen, kwam er een zuster aanlopen. Ze vertelde me dat het lastig zou zijn om me onderdak te bieden omdat ze de volgende ochtend om drie uur moest vertrekken. Ze bood aan dat ik in de kerk kon slapen en dat ze ‘s morgens vroeg iemand zou sturen om de deur open te doen.
Terwijl we dit bespraken, kwam er een vrouw naar buiten. Ze zei dat ik bij haar thuis op de sofa mocht slapen. Zo gezegd, zo gedaan. Ik mocht een douche nemen, wat een verademing was na de dag vol avonturen. Ik kon mezelf opfrissen en mijn verwondingen goed uitwassen. De pijn die ik eerder nauwelijks had gevoeld door de adrenaline, begon nu flink te prikkelen.
Somia, de vrouw die me onderdak bood, was van Marokkaanse afkomst. Ze verwelkomde me hartelijk en bood me koffie, thee, koekjes en zelfs lasagne aan als avondeten. Tijdens het eten praatten we over godsdienst en de verschillen tussen onze culturen. We kwamen tot de conclusie dat er eigenlijk veel overeenkomsten waren en dat het uiteindelijk allemaal neerkomt op goedheid en menselijkheid.
Na onze lange babbel gingen we naar binnen om te slapen. Ik kreeg een donsdeken en maakte het me gemakkelijk op de sofa. Hoewel ik veel moest hoesten door een aanhoudende verkoudheid, voelde ik me dankbaar dat ik binnen kon slapen, vooral omdat het buiten een beetje begon te regenen.
Die nacht, ondanks de ongemakken van mijn val en mijn verkoudheid, voelde ik me warm en veilig. De gastvrijheid van Somia en haar familie had mijn dag een onverwacht mooi einde gegeven.