Dag 6 Saint Campio Chapel O Porriño tot Fontoura 25,8 km

Het geluid van voorbijrazende auto’s had me meerdere keren uit mijn slaap gehaald. Ze reden met een flinke snelheid langs, maar de vermoeidheid had uiteindelijk de overhand. Hoewel ik steeds even wakker werd, viel ik telkens snel weer in slaap.
Toen ik de volgende ochtend opstond, begon ik meteen alles op te ruimen. Mijn kleine vuurtje moest weer afgebroken en schoongemaakt worden. Het had niet zo goed gebrand op de alcohol die ik gebruikte. Een eenvoudig ontbijt volgde: brood met chocopasta en een beetje fruit. Genoeg om mijn benen de komende uren te laten werken.

Mijn linkerteen deed nog steeds pijn. Het kostte wat doorzettingsvermogen, maar na een tijdje werd hij soepeler, en de pijn nam af zodra ik op de vlakke wegen liep. Dat was wel anders dan op de hobbelige veldpaden met hun rotsblokken en afgesleten keien, die talloze wandelaars voor mij al hadden getrotseerd.

Tot voorbij Quintenal volgden we wegen van zwarte smurrie of geplaveid met in kubusvorm gekapte harde stenen. Maar op een gegeven moment koos ik ervoor om vol voor de natuur te gaan. Het zachte duinachtige zand onder mijn voeten voelde heerlijk. Mijn wandellaarzen zakten een paar centimeter in de grond en kwamen dan weer naar boven, vergezeld van kleine stofwolkjes die mijn sokken en kuiten bedekten met een laagje goudgele aarde. Maar elke keer als we een gehucht naderden, veranderde de weg weer in een verharde ondergrond, geschikt voor voertuigen.

Onderweg sprak menig mens me aan. Sommigen liepen me voorbij, anderen vroegen of de route afgesloten was. Velen wisten blijkbaar niet dat dit ook een bedevaartsroute naar Fatima was, een onbekend feit voor de meesten. Portugal heeft immers zijn eigen pelgrimsoord. En dan zag ik ineens een bekende: onze Duitse vriend van de Camino del Norte. Hij zag er veel gelukkiger uit dan de laatste keer, magerder en minder nerveus. Hij bevestigde het en leek verbaasd dat ik hier ook liep. We hadden een kort, maar krachtig gesprek. Het maakte me vrolijk om te zien dat iemand die bijna had opgegeven, toch zijn eigen weg had voortgezet.

De weg naar Tui, de laatste Spaanse stad op deze route, was recht. Maar eerst besloot ik even te pauzeren, zowel voor mijn ziel als mijn lichaam. Ik verzorgde mijn voeten en voelde me al snel beter. Valencia, de eerste Portugese stad, wachtte op me.

De metalen brug over de grens naderde. Aan de ene kant waren schilderwerken bezig, waardoor iedereen aan dezelfde kant moest lopen. Twee pelgrims tegelijk was net iets te veel, dus wachtten we om de beurt. De stad Valencia zelf had een enorme vesting op de heuvel die we moesten beklimmen. De vesting was volledig intact en gaf een goed beeld van hoe de oude grensverdediging eruitzag. De binnenstad was bezaaid met winkels, voornamelijk gespecialiseerd in bad- en keukenlinnen, wat ik nogal eigenaardig vond. Ik had meer souvenirwinkels of kledingzaken verwacht. Het uitzicht aan de omwalling van de stad was prachtig, met een weids panorama over de omgeving.

Na een korte afdaling aan de andere kant van de heuvel deed ik wat boodschappen in de supermarkt. De prijzen hier waren duidelijk lager dan in Spanje, dus ik kocht weer te veel. Geen probleem, mijn maag kon het aan, en mijn spieren waren blij met het extra voedsel.

Opletten nu, de weg splitste zich weer. Ik moest naar het binnenland, niet naar de kust. Even oversteken naar de andere route, en ik volgde de blauwe pijlen. Ze waren niet overal even duidelijk aangegeven als de gele, maar ze hielpen me toch goed op weg. De straten bestonden nu voornamelijk uit kasseien of afgevlakte rotsblokken uit de streek. Het liep wat ongemakkelijk.

Op deze weg zag ik voor het eerst een bord dat de richting naar zowel Fatima als Santiago aangaf, inclusief de resterende kilometers. Niet ver daarna vond ik een ruime openbare wc. Tot mijn verbazing was er een voorkamer én een douche, al was het water koud. Voor mij maakte dat echter niets uit. Ik besloot dat dit mijn slaapplaats voor de nacht zou worden.

Het wachten tot 21:00 uur duurde lang. Voor het eerst besefte ik dat Portugal een uur achterliep, ze doen hier niet aan zomertijd. Eten, sociale media en het denken aan toekomstige projecten hielpen me de tijd te doden.
Eindelijk werd het donker en stil. Ik installeerde me en viel onmiddellijk in slaap. Ik was zo blij met mijn eigen kleine Albergue, rustig en vredig. Wat had ik nog meer nodig?

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *