Het was een rustige nacht, de aspirines hadden hun werk gedaan en ik voelde me een stuk beter. Toch had ik nog een lichte keelpijn en last in mijn schouder, die me al een week parten speelt.
In de ochtend, rond 6:30, stond ik op en begon mijn dag met ontbijt. Ik ruimde mijn spullen op en pakte mijn rugzak in. Ik nam ook een rol toiletpapier en een stevige plastic zak mee voor mijn slaapzak. Terwijl ik mijn rugzak inpakte, werk ik nog een beetje aan mijn website. Ik kon één artikel publiceren voordat een groep Filipino’s de zaal binnenkwam. Ik besloot te vertrekken en wat tijd in de kerk door te brengen, waar ik de ochtenddienst kon bijwonen. De zon scheen al en het beloofde een mooie warme dag te worden.
Na de eredienst kwam de priester naar me toe en gaf me een armband met kleine bolletjes voor de rozenkrans. Hij zei dat hij hoopte dat het me zou begeleiden op mijn pelgrimstocht. Ik bedankte hem hartelijk.
Onderweg kwam ik voorbij een supermarkt en dacht erover brood in te slaan, maar besloot toch zonder verder te gaan. Ik zou waarschijnlijk wel genoeg voorraad hebben voor de dag.
Ik koos een langere route om naar het Santiario di Nostra Signora delle Grazie te gaan, omdat het uitzicht op het landschap daar prachtig is. Het klimmen was niet al te moeilijk en volgde oude wegen die nog stamden uit de tijd voordat de straten waren aangelegd. De laatste stukken van de weg waren wat verwaarloosd en niet erg geschikt voor auto’s, maar het was een vredige tocht.
Helaas was de kerk niet open, maar ik ontmoette een vriendelijk Italiaans echtpaar daar. De vrouw had de schelp van Santiago de Compostela op mijn tas gezien en was nieuwsgierig naar mijn reis. We hadden een hartelijke babbel en ik merkte dat mijn verhaal haar raakte. Op het einde gaf ze me een lange knuffel, wat me ontroerde.
Na deze ontmoeting begon ik aan de afdaling. Eenmaal beneden moest ik de rivier oversteken via een oude brug, die goed bewaard was gebleven en een charmante plek was.
Daarna moest ik weer klimmen, maar het ging geleidelijk aan. Onderweg ontmoette ik een vrouw die problemen had met haar rug, en ik gaf haar wat advies. Ze bedankte me door me een banaan en een zak walnoten te geven voordat onze wegen scheidden.
In het dorp Torrazza rustte ik op een plein en kreeg ik een glas water aangeboden van een dame. Ze gaf me ook nog een kopje koffie. Tijdens ons gesprek vertelde ze dat ze Zwitsers waren en dit huisje hadden gekocht als buitenverblijf. Ze gaf me ook een pot yoghurt en een fles water mee voor onderweg.
Toen ik verderging, moest ik nog een beetje klimmen, maar de uitzichten werden steeds beter. Uiteindelijk kwam ik aan in het dorp Civezza, waar ik naar de kruidenier ging. Ik kocht de laatste drie volkoren broodjes, een pot vijgenconfituur en 500 gram vermicelli om in de soep te doen.
Ik vroeg aan een oude dame naar de tijd van de avondmis, en ze zei dat het om 18 uur was, wat nog 20 minuten weg was. Ik haastte me een beetje om de mis bij te wonen. Na de mis vroeg ik de priester om een stempel en een slaapplaats voor de nacht. Hij verwelkomde me vriendelijk en bood me een plek aan in de parochiezaal. Ik was dankbaar voor zijn gastvrijheid en besloot de dag rustig af te sluiten.