Dag 5 Tuimil tot Saint Campio Chapel O Porriño

Het was nog maar zes uur in de ochtend toen ik de eerste pelgrims hoorde passeren. Hun zaklampen zwaaiden heen en weer, hun stralen dansend over de weg, en het scherpe getik van hun wandelstokken op het asfalt galmde door de stille ochtendlucht. Dat geluid… Het was angstaanjagend, vooral zo vroeg in de ochtend, als je nog half slapend in je slaapzak ligt. Dit was pas de eerste groep, wist ik, en daarna werd het even stil. Ik maakte me langzaam klaar voor de tweede golf van wandelaars. Alles was al ingepakt, behalve het eten. Zonder haast at ik mijn ontbijt, genietend van de rust voordat de dag echt begon.

Even later stond ik weer op de asfaltweg, die me door een reeks gehuchten voerde. Hier en daar stond een nieuwbouwwoning, maar het waren vooral oude huizen, alsof de tijd hier stil had gestaan. Langzaam naderde ik de stad Redondela, een uitgestrekte bebouwing vlak bij een baai. De ochtend was kalm, maar mijn gedachten waren al gericht op een belangrijke taak: mijn telefoon opladen. Door het constante gebruik van mijn navigatiesysteem was de batterij bijna leeg, en dat kon ik me niet permitteren.

Ik begon mijn zoektocht naar een geschikte bar. Voor mij was het belangrijk om een plek te vinden waar de lokale bevolking samenkwam voor hun ochtendritueel: koffie drinken. Het observeren van mensen, het zien van de verschillende types die komen en gaan, het inspireerde me. Het gaf me een blik in het dagelijkse leven van de streek. Toen ik eindelijk een bar had gevonden, bestelde ik koffie met melk en een croissant. Hier aten ze die met mes en vork, dus paste ik me aan. Terwijl mijn telefoon opgeladen werd, begon ik met schrijven. Deze plek, met haar levendige sfeer en voortdurende stroom van indrukken, prikkelde mijn gedachten.

Twee uur en twee koffies later vond ik het tijd om weer verder te gaan. De stad uit, volgde ik een stukje van de N550. Niet veel later verloor ik mezelf tussen de gehuchten, omringd door het groen. Kleine landbouwpercelen lagen er soms verwaarloosd bij, een teken dat de jongere generatie andere wegen insloeg en de tradities niet langer voortzette. Het landschap vertelde zijn eigen verhaal van verandering.

Bij Saxamonde wachtte me een zware klim. Mijn neus leek bijna het asfalt te raken terwijl ik mezelf voortduwde. Het voelde als een eeuwigheid, en het was loodzwaar, maar toen ik bijna boven was, werd ik beloond met een adembenemend uitzicht. Aan de andere kant zag ik pelgrims die naar beneden kwamen, hun knieën zichtbaar lijdend onder de steile afdaling. Hun pijn was voelbaar; het hoorde allemaal bij de Camino, de weg die ons allemaal op de proef stelde.

De afdaling was langgerekt en ontspannend. Ik liet me geleidelijk zakken richting O Porriño. Eenmaal daar had ik de keuze: door de stad wandelen of de rivier volgen die buiten de stad stroomde. Ik koos voor de rivier. Het pad slingerde door het groen, en hoewel er aanvankelijk wat industrie te zien was, werd dit al snel verdrongen door bomen en struiken aan beide kanten. Hier zag ik nauwelijks pelgrims. Misschien wisten ze niet van dit pad, of misschien kozen ze liever voor de drukte van de stad, hunkerend naar een beetje economische bedrijvigheid na zoveel tijd in de natuur.

Maar ik bleef trouw aan het pad langs de rivier. Het leidde me weg van de drukte, naar de rust van de vlakte. Hier, ver weg van het lawaai van de hoofdweg, vond ik mijn volgende slaapplaats, bij de kapel van Saint Campio. Achter de tribune was een afdak waar ik mijn spullen kon uitstallen. Na een eenvoudige maar heerlijke maaltijd van spaghetti met pesto, maakte ik me klaar voor de nacht. Het licht bleef fel schijnen, bedoeld om ongewenst bezoek af te schrikken, maar het stoorde me niet. Ik viel al snel in een diepe slaap, voldaan van de dag en klaar voor de volgende etappe van mijn reis.

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *