Dag 4 van Legnago naar Torreta

Midden in de nacht werd ik ruw gewekt door het geluid van de stromende regen, als zweepslagen van de wind die neerdaalden op mijn tent. De regen striemde neer met krachtige vlagen, bijna alsof de hemel zelf zijn tranen op de wereld liet vallen. 

Ik haastte me om mijn bivakzak over mijn slaapzak te trekken en probeerde weer in slaap te vallen, mijn benen gespreid over mijn rugzak om deze te beschermen tegen de regen die door de naden van de tent drong. Met een zucht probeerde ik de gedachte aan de naderende ochtend en de bijbehorende ongemakken te negeren.

Bij het ontwaken de volgende ochtend was het tijd om de schade op te nemen. Alles onder mijn zeil was doordrenkt, alsof de regen geen genade had gekend. Ik stond op in een wereld van grijs, waar de regen nog steeds neerstroomde, zij het iets minder intens dan de nacht ervoor. 

Ik stopte al mijn bezittingen in plastic zakken en vervolgens in mijn rugzak. Ondanks het gewicht van mijn doorweekte spullen, trok ik mijn regenkleding aan en zette ik vastberaden mijn tocht voort, hopend op een beetje bescherming tegen de aanhoudende regen en wind.

Een loodzware last op mijn rug sjokte ik verder door de grijze wereld, waar de regen als een constante metgezel aan mijn zijde bleef. Tot er eindelijk een kleine opklaring kwam, een glimp van hoop tussen de donkere wolken. Maar mijn opluchting was van korte duur.

Na ongeveer een kilometer drong het tot me door dat mijn portemonnee weg was. Mijn hart bonkte in mijn keel terwijl ik terugliep naar de plek waar ik gestopt was, maar het was nergens te vinden, ook onderweg niet. Een vriendelijke boswachter zag mijn vertwijfeling en bood aan te helpen. Na mijn verhaal te hebben verteld, verzekerde hij me dat als hij iets zou vinden, hij het bij de politie zou afgeven, die me dan zou contacteren.

Met een zwaar gemoed vervolgde ik mijn weg door de miezerige regen, mijn gedachten gevuld met zorgen over mijn verloren bezittingen en de onzekerheid van wat de toekomst zou brengen. Na drie uur leek de regen eindelijk te stoppen, en met een zucht van opluchting opende ik mijn rugzak om te zoeken naar mijn verloren portemonnee. Tot mijn grote opluchting vond ik het tussen alle natte spullen, nog steeds veilig en ongeschonden.

In Toretta aangekomen, besloot ik opnieuw mijn kamp op te zetten. Daar liet ik alles een beetje drogen, genoot ik van een eenvoudige maaltijd en kroop ik vervolgens vermoeid maar voldaan in mijn slaapzak voor een welverdiende rust. Ondanks de ontberingen en de verloren portemonnee, voelde ik me dankbaar voor de kleine momenten van vriendelijkheid die ik onderweg had ervaren, en voor de kracht die ik had gevonden om door te zetten, zelfs in de meest barre omstandigheden.