Dag 3 Igrexa de San Miguel de Valga tot San Amaro 24,4km

Wat een vergissing was het om te slapen onder de open hemel, zonder het beschermende dak van een dak boven me. De lucht was aanvankelijk helder, maar in de vroege ochtend begon het zachtjes te regenen. Ik kroop diep weg in mijn bivakzak, hopend dat het een korte bui zou zijn. Mijn ogen vielen al snel weer dicht, en ik moet diep geslapen hebben, want toen ik wakker werd, voelde ik kleine plasjes op mijn bivakzak. De weergoden hadden blijkbaar besloten de sluizen volledig open te zetten. Alles om me heen was doorweekt; plassen water stonden op de tegels, en het gras voelde aan als een spons onder mijn voeten.

Mijn bivakzak had het zwaar te verduren gehad en was doorweekt, net als de onderkant van mijn slaapzak. Ik zou de spullen moeten drogen gedurende de dag, als de zon tenminste door zou breken. Het natte gedeelte pakte ik zorgvuldig in plastic zakken, en zo zou ik het met me meeslepen totdat de zon en de wind me een moment van droogte zouden gunnen.

Na het inpakken, vervolgde ik mijn weg. Het was nog maar een klein stukje over een afvaltweg voordat ik het dorp kon verlaten. Het pad liep vervolgens langs een kabbelend beekje, met aan de andere kant glooiende heuvels. Het parcours was hier vrij vlak, wat het wandelen aangenaam maakte, ondanks de nattigheid die me nog altijd hinderde.
Eenmaal uit het beschutte bos, moest ik een drukke hoofdweg oversteken. De auto’s raasden voorbij, geen enkele bestuurder besteedde aandacht aan mij, een eenzame pelgrim op weg naar zijn bestemming. Ze waren het waarschijnlijk gewend, pelgrims die hun pad kruisten. Toch verliep het oversteken vlot. De auto’s stopten netjes bij het zebrapad, en ik kon veilig de andere kant bereiken, weg van het lawaai en de geur van asfalt en olie.

Ik passeerde enkele dorpjes waar de tijd leek stil te staan. Oude graanschuren herinnerden aan het agrarische verleden van deze plaatsen. De weg werd weer een bospad, en zonder veel moeite vond ik mijn weg over het vlakke terrein richting Caldes De Reis. Onderweg kwam ik groepen pelgrims tegen, druk pratend en het hele pad in beslag nemend. Ik had ondertussen geleerd hoe ik ze zonder veel gedoe kon passeren.

Caldes De Reis was een langgerekte stad, met levendige straten vol mensen. De terrasjes zaten vol, zowel met rugzaktoeristen als met lokale Spanjaarden. Het was een uitdaging om door de stad te navigeren; mijn GPS was daarbij onmisbaar. Soms miste ik een teken, maar uiteindelijk vond ik steeds de juiste weg. De stad bood ook een welkome gelegenheid om wat inkopen te doen. Na mijn boodschapjes te hebben gedaan, volgde ik de hoofdweg tot ik een kleinere zijweg kon inslaan, die uiteindelijk weer aansloot op de hoofdweg. Dit leidde me naar het gehucht A Seca, waar ik definitief de hoofdweg verliet.

De weg vervolgde zich door vlak land, waar de heuvels steeds aan de horizon bleven, en ik de lagere gebieden zocht om mijn pad te vervolgen. Uiteindelijk bereikte ik San Amaro. Hier, bij een oude wasplaats, besloot ik mijn rustplaats voor de nacht op te slaan. Het was een eenvoudige plek, maar het voelde goed. Ik maakte wat bouillon met vermicelli en at er brood met mayonaise en tomaat bij. Het smaakte heerlijk, misschien wel door de eenvoud van de maaltijd na een lange dag.

Er was een waterpunt waar ik me kon wassen, en na alles weer te hebben ingepakt, vond ik eindelijk wat rust achter een muurtje dat me beschermde tegen de wind en het licht van de straatlantaarns die de omgeving verderop fel verlichtten. Onder het zachte geruis van de wind viel ik in slaap, dankbaar voor deze eenvoudige beschutting en de belofte van een nieuwe dag.

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *