Het heeft vannacht een klein beetje geregend, dus het was maar goed dat ik mijn tent had opgezet. Vanbinnen was de tent wel vochtig, maar gelukkig bleef mijn slaapzak droog. Ik hoorde ook nog iemand rond de tent, maar ik weet niet zeker of dat expres was of dat diegene gewoon iets aan het zoeken was.
Na alles ingepakt te hebben, ging ik verder met klimmen. Gelukkig had ik dat plekje genomen om te overnachten, want verderop was er niets meer te vinden. Ik kwam op een brede grindweg terecht waar verschillende crossmotoren passeerden. Blijkbaar was er een jaarlijkse wedstrijd die over dit pad ging en waar zo’n 500 mensen aan deelnamen. Bij de top van de heuvel vond ik wat banken en heb ik mijn kip gebakken, hoewel het oud was en nat van de vorige dag. Toen ik verder klom naar het dorpje Bibola, ben ik helemaal tot bovenaan het kasteel gegaan, waar je een fantastisch 360 graden panoramisch uitzicht hebt.
In het volgende dorp deed ik de afwas bij het laatste waterpunt en bereidde ik de vis voor die ik die avond zou eten. Daarna klom ik verder over de heuvels. Het klimmen was zwaar en ik merkte dat mijn rugzak beschadigd was door de bramen die eraan bleven hangen. Ook ontdekte ik dat ik mijn pil kwijt was geraakt. Maar toen ik eindelijk de top bereikte, was het uitzicht adembenemend. Ik zag de Middellandse Zee in de verte, met hier en daar de kranen van de havens.
Voorbij het kerkhof van het dorpje ontmoette ik een oude dame die bloemen aan het plukken was. We raakten aan de praat en ze nodigde me uit voor een kopje koffie thuis. Daarna gingen we samen verder, zij met haar wandelstok en ik met mijn wandelstok. Uiteindelijk kwamen we bij haar zus thuis, waar ik werd verwelkomd met twee soorten taarten en een enorm brood. Ze waren erg vriendelijk en boden me zelfs aan om mijn rugzak voor me te dragen, maar dat heb ik beleefd afgewezen.
Na nog wat rondgekeken te hebben in het dorp, daalde ik af en vond ik een onverzorgd olijfveld waar ik me kon verstoppen en rustig kon slapen.