‘S Morgens werd ik wakker met een half bevroren slaapzak. Het was nog erg koud, maar ik had toch mijn boterhammetjes gegeten en alles ingepakt, inclusief mijn bevroren slaapzak.
Bij een andere begraafplaats stonden enkele banken en een waterpunt. Er stond ook een barbecue. De zon was even doorgekomen, dus ik heb daar mijn slaapzak uitgespreid en een warme soep gemaakt op de barbecue. Daarna heb ik de afwas gedaan van de dag ervoor en nog wat spullen gewassen die konden drogen aan mijn rugzak. Ik vond ook een stopcontact en kon mijn batterij gedurende een half uurtje opladen.
In de voormiddag was het bewolkt, maar de temperatuur was nog redelijk. In de namiddag sloeg het weer om en begon het te motregenen. De temperatuur daalde ook even.
Ik moest op tijd aankomen in het volgende dorp om brood in te slaan. Toen ik om 15 uur aankwam, was de bakker gesloten en deed hij niet meer open. Ik heb een kleine kruidenier opgezocht en gevraagd aan mensen waar hij was. Ik kwam er om 15:30 uur aan, maar hij ging pas om 17 uur open, wat veel te laat voor mij was. Dus ben ik verder gegaan en kwam ik een groot magazijn tegen waar ik mijn inkopen heb gedaan, zodat ik voor twee dagen brood heb. Morgen is het zondag en zijn er geen winkels meer open.
Ik wandelde de hele tijd op een oude bedding van een spoorlijn en dacht dat ik langs deze weg een slaapplaats zou vinden. Helaas kwam ik in het volgende grote dorp aan en moest ik doorlopen. Aan het einde van het dorp zou volgens de kaart een bank moeten staan, maar deze was verdwenen en vervangen door een grote parkeerplaats. Dus ging ik verder omhoog, maar vond geen geschikte plaats langs de ene kant van de vallei en het bos aan de andere kant waar een beekje liep. Uiteindelijk kwam ik bij de huizen aan en vond ik een open plek die verborgen was voor de huizen. Hier heb ik mijn zeil opgezet, want het zou ‘s avonds gaan regenen. Nadat ik gegeten had, begon het een beetje te regenen, dus ben ik nu gaan slapen.