Ik lig op het gras langs de weg, terwijl mensen al druk bezig zijn met hun dag. Wandelaars passeren met hun honden, klaar voor een nieuwe dag, maar ik blijf nog even liggen en kijk om me heen. Na een tijdje sta ik op, pak mijn spullen in en begin te lopen. Ik volg de grote weg en sla dan af naar een kleinere weg. Onderweg zie ik een bord dat aangeeft dat de weg binnen 500 meter geblokkeerd is. Een visser die ook de Via Francigena volgt, vertelt me dat we moeten omkeren omdat de weg geblokkeerd is, hoewel hij niet precies weet waarom. Ik bekijk mijn GPS en besluit dat we misschien door de bossen moeten gaan.
Even later kom ik twee Zweden tegen en we praten over de wegversperringen en de prijzen van de jeugdherbergen. Ze vertellen me dat ze dachten dat Italië goedkoper zou zijn, maar dat blijkt niet altijd het geval te zijn. We gaan elk onze eigen weg en ik besluit terug te keren naar de plek waar ik eerder was gestopt en vervolg mijn weg.
Na een tijdje kom ik bij een dorpje waar ik een man in zijn tuin zie werken. Ik vraag hem of ik in zijn tuin mag kamperen en hij stemt ermee in. Hij brengt me een kopje koffie en wat koekjes, gevolgd door een stuk chocolade en een blikje cola. We raken aan de praat en hij vertelt me dat er in de winter maar vier mensen per maand in het dorp wonen, maar in de zomer is het een drukte van jewelste.
Even later komen een moeder en dochter van 22 uit Milaan langs, die een vakantiehuisje in de buurt hebben. We hebben een lange babbel over reizen en mijn avonturen op de Via Francigena. Voordat ik ga slapen, brengt de buurman me nog een biertje en even later komt de dochter terug met een pak koekjes, appels, sinaasappels en een reep chocolade. Het is heerlijk en ik val tevreden in slaap.