
Plotseling hoor ik voetstappen om de hoek. Mijn gedachten gaan meteen naar de mogelijkheid dat iemand ons komt wegjagen. Maar dan zien we wie het is: Maria. We zijn allebei verbaasd dat we dezelfde plek hadden uitgekozen. Zij was naar het tankstation gegaan om te eten, het sanitair te gebruiken en haar gsm op te laden, om zich daarna bij het vallen van de avond op deze plek te installeren.
Het was een fijn weerzien, en we maakten ons klaar voor de nacht. Helaas was er lawaai van mensen buiten en later van jeugdige feestgangers, maar alles werd stil rond middernacht.
Ik had goed geslapen, maar Thomas helemaal niet en Maria was ook niet helemaal tevreden. Thomas wilde nog wat slapen, maar we begonnen in te pakken en aten nadien.
We vervolgden onze weg langs de kleine wegen, door de dorpen. De temperatuur was aangenaam, een beetje bewolkt maar niet te vochtig. Helaas ging het Thomas niet goed af, en ik moest hem achterlaten bij een bar. Hij bood me nog een koffie aan, maar ik sloeg vriendelijk af. We namen afscheid en ik wenste hem het allerbeste.
Ik vervolgde mijn weg met Maria. We liepen in een gemoedelijk tempo verder, pratend over de verschillen tussen onze landen en wat we in de toekomst wilden doen. Het was een vriendschappelijke uitwisseling van informatie, af en toe met diepere gedachten, maar zonder elkaar te overtuigen. Het verliep respectvol. Ieder had zijn eigen standpunt, maar we spraken niet over wat we van elkaar vonden. Dat doet niemand op de Camino. Je vertelt je verhaal aan een vreemde, die na zoveel ontmoetingen niet meer zo vreemd is, of juist wel. Ik denk dat het wederzijdse respect en bewondering te groot zijn om te riskeren dat dit beschadigd wordt. Het gaf een fijn gevoel, maar ik wist ook dat er een einde aan zou komen, hopelijk niet te snel.
Het terrein was licht golvend, maar niet echt heuvelachtig. We volgden de hoofdbaan, waar een speciaal pad was voor pelgrims. Hier en daar kwamen herinneringen van vroeger naar boven. Niet dat ik kon voorspellen wat er zou komen, maar als ik er eenmaal was, speelde er zich een film af in mijn hoofd en zag ik mezelf weer teruglopen. Altijd een beetje achter de ander aan, net zoals nu. Nooit echt de leiding nemen. Ik liet me leiden en verrassen door waar we heen gingen. Maria had haar dag half in haar hoofd, niet het finale plan, maar wel de route en de plaatsen.
Na lange tijd van de kust verwijderd te zijn, kwamen we weer dichter bij de kustlijn. Eenmaal in Santillana del Mar aangekomen, herkende ik de plaats levendig van vroeger, maar nu met veel meer toeristen. Hier had ik ooit met mijn vriend Luc buiten geslapen, samen met een Fransman. We hadden eindeloos gefilosofeerd over alle goden en legenden. Wat een herinnering. Maria belde voor een slaapplaats voor zichzelf, en we trokken verder. Ik zou wel zien waar ik zou overnachten.
Het werd landelijker, en Maria vertelde dat de albergue een donativo was, wat interessant klonk. Ze belde ook voor mij, aangezien ze Spaans spreekt, wat in deze situatie handig was. De albergue in Caborredondo, Izarra Hostel, lag op zeven kilometer afstand. We hadden twee uur om er te raken voor het avondmaal. We stapten stevig door en het lukte ons. Het terrein was heuvelachtiger dan voorheen, maar we passeerden enkele mooie schuilplaatsen en een enorme kerk op een heuveltop voordat we afdaalden naar het dorp.
Ons doorstappen had geholpen; we hadden nog 35 minuten over om te douchen en ons te installeren. Alles was net op tijd gedaan en we zaten met zeven aan tafel.
De albergue werd gerund door een Italiaanse dame en twee katten. De sfeer was heel gemoedelijk. Het maal was goed, met een heerlijk dessert en drank. Na het eten installeerden we ons buiten. Ik raakte in gesprek met een Française over hoe correct we zouden moeten zijn en wat we zouden moeten doen. Ik was van mening dat men eerst met zichzelf in het reine moet komen en anderen in hun gedachten moet laten als ze toch niet willen horen wat je te zeggen hebt. Ze kon soms agressief overkomen, maar ik denk dat ik haar op een kalme, respectvolle manier kon weerleggen. Ze bleef doorgaan, maar voordat we afsloten, bedankte ze me voor het gesprek. Het had haar een ander perspectief gegeven over hoe zaken aan te pakken. Ze was een harde tante, dacht ik, maar open en eerlijk van hart.
Tijd voor een welverdiende rust. Dromen over een dag als deze wil ik geen enkele dag missen. Ik hoopte dat ik anderen nog beter kon doorgronden en me beter kon inleven. Dat zou verhelderend zijn. Laten we slapen en morgen opnieuw een mooie dag maken.