Dag 158 van Albergo pater tot Santa Cruz de Bezana 30,6 km

 
Ik had geslapen als een blok en was niet eens wakker geworden gedurende de nacht, zelf niet wanneer ze kwamen slapen. De wekker van de Italianen ging om 6:30 af, en ik stond onmiddellijk op en maakte me klaar voor het ontbijt om 7 uur.
We waren een van de eersten in de eetzaal. Een Française zat al aan tafel, en niet veel later voegden de Italianen zich bij ons. Even later kwamen een grootmoeder en haar kleindochter binnen. Ze waren uit Midden-Frankrijk en deden elk jaar samen een stukje van de Camino, gedurende tien dagen. Thomas kwam ook bij me zitten voor het ontbijt. Zijn tenen zagen er pijnlijk uit, dus ik gaf hem een compleet verband om ze te verzorgen. De koffie smaakte me geweldig en ik dronk verschillende koppen.
Ik sprak met Thomas af om het eerste deel van de dag samen te lopen. Ik wilde de kustroute nemen, omdat die wat meer op en af gaat, en ik vermoedde dat hij daar niet zo happig op zou zijn vanwege zijn voeten,die ik verzorgde met compietpleisters. We vertrokken samen over het asfalt naar het eerste dorpje, Galizano. Daar kocht ik proviand, zodat ik me geen zorgen hoefde te maken over voedsel. Een beetje verder moesten we een beslissing nemen over de route. Thomas besloot toch de andere route te nemen en het kalmer aan te doen, omdat zijn voeten niet in topvorm waren.
Ik vervolgde mijn weg langs de kust. Het begon met een lichte klim en daarna ging het op en af. De weg was omgeploegd in het voorjaar en nu platgelopen door de vele wandelaars. De uitzichten over de kliffen waren prachtig, en ik nam een rustpauze toen ik Santander in de verte kon zien. Het terrein was licht glooiend.
Aan het einde van de kliffen bereikte ik het strand. Ik kon ervoor kiezen om de GR-route te volgen, die iets hoger en van het strand verwijderd liep, maar de Camino liep over het strand zelf. Gelukkig was het laagtij en kon ik over het harde zand lopen, af en toe een geultje water overspringend. Op het laatste stuk moest ik toch door wat mul zand om op de weg te komen, waarna ik verder langs huizen naar het tolhuisje liep om de veerboot te nemen.
De overtocht naar Santander kostte €3,60 en vertrek om 13:05. Iedereen haastte zich om op de boot te komen, en de pelgrims bleven met hun bepakking achteraan staan. We namen plaats op het bovendek. Ik raakte in gesprek met een jong Spaans stel. Hij studeerde informatica en zij was bezig met haar masterthese. We praatten over de verschillende talen in België en het verschil tussen Vlaanderen en Nederland. Hij was onder de indruk dat we ook Engels beheersten. Dit was hun eerste Camino en ze waren gestart in Bilbao. Hij had wat pijn aan zijn knieschijf en rechtervoet en liep een beetje mank. Ze zouden in Santander overnachten.
Ik begaf me naar de kathedraal,op de weg, maar helaas was deze gesloten om 13 uur. Ik bleef even zitten, nam een versnapering en vervolgde mijn weg om de stad te verlaten. Er was veel volkt, zelfs om 14 uur.
De weg naar buiten liep via winkelstraten. Eenmaal buiten de stad, voorbij het ziekenhuis, vond ik een parkje waar ik mijn schoenen kon uittrekken, het zand eruit schudden en mijn sokken laten drogen. Ik nam een ontbijt met knakworstjes, samen met wat fruit en chocolade.
Toen ik net voldaan neerlag, zag ik plots Thomas verschijnen. Hij nuttigde hier ook wat voedsel. We rustten even uit en vervolgden daarna onze route.
De route liep langs een grote weg en een bedrijvenpark, en vervolgens langs de spoorweg en door velden. In het dorp Santa Cruz de Bezana vonden we twee banken aan de rand van het dorp onder bomen. Het was 18:30. We aten wat en ik reinigde mijn materiaal. Om 19:45 installeerde Thomas zich om te slapen, veel te vroeg voor mij, maar ik zei niets.
Om 20:00 kwam er inderdaad een Spanjaard iets zeggen. Hij wilde niets weten van een vertaling via Google, maar zette zich ostentatief op de tafel met zijn voeten op de bank. Dat was voor mij genoeg om te laten weten dat we moesten vertrekken.
Ik had niets uitgepakt, dus ik kon direct vertrekken. Thomas had alles uitgepakt, dus hij moest alles weer inpakken. Ik legde hem uit dat dit de reden was dat ik niets uitpakte voordat de avond viel.
We gingen verder tot we bij een tweede kerk kwamen. In een hoek op het gras, achter een muur, konden we uit het zicht liggen. Ik pakte wederom niets uit totdat het nacht was. Thomas had zich al geïnstalleerd. We zouden zien hoe de nacht zou verlopen in dit kleine gehucht.

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *