Binnen slapen is toch iets anders dan wanneer je gewend bent om buiten te overnachten. De geluiden zijn anders: het draaien van mensen op hun bedden, het gekraak van de matrassen. De warmte in de slaapzaal is ook wennen, maar gelukkig staan er enkele ramen open, er komen gelukkig geen muggen binnen.
Rond vijf uur hoorde ik iemand opstaan. Daarna hoorde ik elk kwartier een telefoon die een persoon wekte. Ik bleef liggen tot het licht in de keuken werd aangedaan; het was toen al half acht.
Ik at mijn overgebleven crunch buiten aan een tafeltje met een kop thee. Thomas kwam erbij zitten en at ook wat van zijn eten. Daarna ging ik weer naar binnen om mijn spullen in te pakken. Omdat mijn kleding nog niet droog was van de vorige dag, hing ik een deel aan de buitenkant van mijn rugzak. Daarna gingen Thomas en ik op pad.
We wandelden door het bos en kwamen bovenaan op een vlakte met uitzicht op de zee en de kliffen. Het pad was smal totdat we de nationale weg bereikten. We volgden de weg en Thomas, die geen eten bij zich had, ging naar een winkel bij een tankstation om een sandwich te kopen.
Ik merkte dat hij niet zo goed liep en veel last had bij het wandelen. We vervolgden onze weg langs de nationale weg en doken op een gegeven moment weer de velden in, richting de rand van de rotsen. We volgden deze een tijdje tot we ongeveer bij de rand van het dorp Arciseri waren. Hier verlieten we de aangeduide route en gingen naar de supermarkt.
Bij de brug sloten we weer aan op de route. We passeerden het strand en gingen door tot het dorp Castro-Urdiales. Eenmaal voorbij het dorp zochten we naar een slaapplek, maar het was nog heel vroeg. Ik legde Thomas uit hoe het werkt en waar we naar moeten kijken.
Tijdens een pauze op een bank zag ik in de verte Maria aankomen. Ik wachtte even tot ze bij ons was en vroeg wat ze van plan was. Ze had de coördinaten van Sophie gekregen en ging samen met een Nederlands meisje aan de walvis slapen, een rotsformatie die in zee uitsteekt en van ver op een walvis lijkt.
We ontmoetten Sophie en het Nederlandse meisje iets verderop en besloten samen verder te gaan. Thomas stelde vragen waarom we niet direct een slaapplek zochten, maar de meisjes wilden naar de walvis en ik wilde dit avontuur niet missen.
We staken door en waar we een shortcut konden nemen, bleek de rivier te breed en te diep om over te steken. Het was hoogtij. We moesten helemaal rondgaan tot aan de brug. Hier had Thomas een inzinking en we namen een pauze bij een auberge, die helaas vol was, net als de andere. Anders had hij hier overnacht. Ik sprak Thomas moed in en hij ging toch mee verder.
Het werd een hele onderneming, want de weg die we wilden nemen hield plots op. We maakten onze eigen weg en belandden uiteindelijk op de geplande route.
We volgden deze nog een tijdje tot we bij een wandelpad kwamen dat ons in de open vlakte bracht, dicht bij de kliffen, in een veld met hoog gras. Iedereen was tevreden met de plek en we installeerden ons. Als ondergrond gebruikten we mijn zwarte zeil. We nuttigden ons voedsel en deelden wat we hadden. Na wat geklets waren we allemaal geïnstalleerd. De nacht viel en we gingen slapen. Het miezerde een beetje, niet veel, maar de dames namen toch voorzorgsmaatregelen en pakten zich goed in. Ik sliep alleen in mijn flanellen deken; het was goed genoeg voor deze nacht. Het zou niet regenen en niet koud worden.