Dag 104 van Saint-Gervais-sur-Mare tot Murat-sur-Vèbre 23,8 km

Deze nacht kon ik de slaap niet vinden. Nochtans had ik goed gegeten. Om te beginnen had ik een blik cassoulet op. Daarna heb ik mijn aardappelen, wortelen en uitjes klaargemaakt. Het was een grote portie, maar ik heb alles in één keer opgegeten. Daarna heb ik koffie gezet en daarvan geslurpt. Terwijl ik tv keek en het journaal bekeek om op de hoogte te blijven van wat er gaande is, hoorde ik enkel nieuws over de politieke omwenteling in Frankrijk.

Ik had ook al mijn rugzak volledig leeggemaakt en gesorteerd, wat ik zeker nodig heb, het minst gebruikte en hetgeen wat ik kon missen. Het onnodige heb ik in een grote vuilniszak gedaan en buiten in de container geplaatst. Dit maakte de zak iets lichter. Ik zal zien morgen wat het zal geven.

Van 23 uur tot en met 2 uur werd ik steeds wakker. Is het de koffie die me dit aandoet, of ben ik niet moe genoeg? Om 3 uur viel ik dan toch definitief in slaap tot 6 uur, maar ik schoot wakker met een nare droom, al vechtend.

Ik treuzel niet en sta op. Ik rangschik al het voedsel bij elkaar, maak een blikje soep warm en eet dit op met wat brood. De koffie in de kan is nog warm. Daarna neem ik een douche. Eerlijk fris begin ik alles netjes op zijn plaats te zetten. Ik maak de gebruikte voorwerpen proper en ben klaar om te vertrekken.

Ik breng de sleutel zoals afgesproken naar de brievenbus van het gemeentehuis. Daarna vervolg ik mijn weg. Eerst loop ik op een betonnen weg tussen twee oude muren, die dan overgaat in een smal pad langs een oude muur. Eenmaal aan de top van de heuvel gaan we het bos in. Dit is een dennenbos, maar er zijn ook grote eiken die de grond zachter maken. Het pad loopt niet vlak; het volgt deels de helling, dus ik moet opletten dat ik niet uitschuif.

In het gehucht Andabre zet ik me even neer om een pleister op mijn linker voet te plakken en mijn rechter kleine teen met Hansaplast in te pakken. Hier kom ik een wandelaar tegen die me vraagt hoe het gaat. Ik zeg dat alles oké is en dat ik alleen mijn sandalen moet verzorgen.

De weg wordt nu breder, maar we volgen nog steeds de oude muren die vroeger de weg markeerden. Hier zijn in verschillende bomen huisjes gemaakt, van nature zijn de bomen hol. Verder op de weg ontmoet ik de wandelaar weer. Ze neemt nu een pauze en biedt mij een mandarijntje en een hardgekookt eitje aan.

Eveline komt uit Canada, wat het praten gemakkelijk maakt. Ze rookt en is verbaasd dat je hier overal buiten mag roken. Ze wil wel stoppen, maar tot de Pyreneeën profiteert ze ervan. Eens in Santiago komt haar vriend en gaan ze op vakantie in Portugal. Ze moet rekening houden met haar visum. Ze is verzorgster in een ziekenhuis.

Nu komt er nog een ouder koppel langs. Ze zeggen dat wij de eerste echte pelgrims zijn die ze zien; de rest doet maar een deel of enkele dagen. En als je van de duivel spreekt, komen er twee aan. Met moeite zeggen ze een goede dag en stappen door. Het ouder koppel heeft een camping gereserveerd, aan 6€/persoon. Niet verder gevraagd of dit met douche is, ik weet het niet.

Ze gaan verder en niet veel later wij ook. Het is een dennenbos, aangeplant, en de wegen zijn voor de bosbouw. Het is steeds lichtelijk klimmen. Tot aan Castanet-le-Haut blijven we bij elkaar, hier neem ik een pauze en zij gaat verder. Eigenlijk volgen we al de hele tijd La Mare, die uiteindelijk een samenvloeiing is van kleinere bronnen die ontstaan uit de heuvel van Les Suques op 934 meter.

Het is steeds klimmen in het bos en er zijn pittige stukjes bij, maar allemaal goed te doen. Net voorbij het gehucht Ginestet lopen ik op een asfaltbaan. Daarna ga ik weer het bos in, ditmaal berkenbossen. Deze lopen enorm zacht door de bladeren die op de weg liggen, alsof je op een kussen loopt. Hier is het nog klimmen en dalen, maar redelijk goed te doen. Ik kan het tempo aanhouden, en mijn voeten doen minder pijn in de sandalen die ik inmiddels gewend ben.

Hier kom ik een boerderij tegen waar ze hun producten verkopen. Je kunt hier ook iets komen drinken, eten of een dessert nemen, maar ik denk eerder dat het een verloren glorie is. Ik koop hier brood en zes eieren, niet duurder dan in een normale winkel. Omdat ik niet zeker ben of ik het dorp Murat-sur-Vèbre zal bereiken, neem ik een lange pauze aan de boerderij. Het is 16 uur. Ik bereken de afstand en het is nog 7 km. Omdat het een berkenbos is en ik redelijk snel vooruit kan op deze ondergrond, besluit ik door te zetten, maar ik moet wel voor sluitingstijd bij de winkel aankomen. Deze sluit om 19 uur.

Ik heb nog 3 uren voor een beklimming van 2,5 km met een hoogteverschil van misschien 250 meter. Het gaat me goed. Ik kom het berkenbos uit en dan is het een asfaltweg tot aan het dorp. Ik heb nog 1 uur en 40 minuten om de winkel te bereiken en hij ligt op 5 km. Dit wordt een uitdaging en ik zet een tandje bij op het asfalt. Ik kan 5 km per uur aanhouden en bereik de winkel een half uur voor sluitingstijd. Ik doe snel mijn inkopen zodat ik ook nog voor morgen alles heb.

Ik begeef me naar de kerk, waar Johan, de andere pelgrim die naar Rome gaat, mij de tip had gegeven dat er openbare toiletten zijn en dat deze redelijk goed zijn om in te slapen. Hij had hier ook geslapen en inderdaad, het is een goede plaats. Er is water, de wc’s zijn schoon en er is zelfs elektriciteit. Ik wacht tot 21 uur om me te installeren. Het lokale gebouw is proper. Het is allemaal ouderwetse steen, maar netjes. Ik laad mijn GSM op en doe nog wat op sociale media, en dan is het tijd om te gaan slapen.

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *