Slapen is me goed bevallen. Ik ben verschillende keren wakker geworden van dromen. Al om 5:30 was ik wakker en ben stilletjes opgestaan. Toen constateerde ik dat ik een wondje had juist boven de billen, waar de twee billen samenkomen. De huid was daar weg. Bij nader inzien bleek dat dit kwam doordat er een scherpe naad in het kussen van mijn rugzak stak. Ik heb dit gerepareerd door de naad dicht te naaien en er een bandje over te zetten. Dit duurde een uur, maar het is een lastige plek om te naaien. Het ziet er nu stevig uit, hopelijk is het probleem hiermee opgelost.
Vandaag wordt het 24° – 14° en licht bewolkt. Ik heb nog een stukje brood gegeten en alles keurig in de zak gestoken. De anderen waren al klaar en vertrokken. Ik heb hen nog eens bedankt voor wat ze voor me hebben gedaan, en wie weet zien we elkaar nog onderweg, hoewel ik langzaam wandel.
In Lunas steek ik de brug over en volg de weg naar Saint-Martin d’Orb. Hier ga ik van de grote weg af omdat ik brood wil kopen. Ik loop een klein stukje voorbij het gemeentehuis waar een tabakswinkel ook brood verkoopt. Ik koop twee broden en eet rustig mijn ontbijt op een bank. Daarna volg ik een smal pad dat rechtstreeks naar de kerk gaat. Het is een oude weg tussen de huizen, enkel voor voetgangers, smal en met trappen omhoog zoals in Italië. Na de kerk is er nog een klein stukje asfalt en dan begint de klim.
De klim naar Les Pins begint met een smal pad, overgroeid door onkruid en bramen die in de weg liggen. Hoger tussen de bomen is het pad aangenamer om te wandelen. Het is een makkelijk begaanbaar pad, ook al stijgt het gestaag. Hier en daar zijn er grote blokken, maar het is goed te doen. We steken over en volgen langs de andere kant de weg, steeds op dezelfde hoogte. We blijven door een dennenbos lopen en het pad blijft smal.
Na een tijdje komen we op een bredere weg die naar Col des Clares of Gare de Paulhan leidt. We blijven deze brede wegen volgen, die voor de bosbouw in dit gebied zijn aangelegd. Het weer is aangenaam, maar er is veel wind.
Dit is een weg waar we van de ene col naar de andere gaan, steeds een beetje naar beneden om daarna weer helemaal naar boven te gaan. We passeren Col des Vignères, Col de Peyremale en Col du Liourel.
Hier constateer ik dat ik geen water meer heb. Door de wind en de warmte heb ik al 3 liter water gedronken en ik moet nog eten maken. Gelukkig vind ik een klein beetje verder een bron. Ik maak een kuiltje in de grond, wacht tot het water helder is en vul dan mijn flessen. Ik voeg Micropur toe voor de zekerheid.
Een beetje verder dan de Col du Liourel is er een overdekte uitkijkpost, de enige schuilplaats tegen eventuele regen of veel wind. Ik besluit hier te blijven. Ik maak mijn eten klaar en spreid mijn bed op de grond. De wind komt van de open zijde, dus ik stel mijn rugzak zo op dat deze me beschermt tegen de wind. Het is beter hier te liggen dan buiten, want er is geen enkel plat stuk op deze heuvelruggen. Ik kan ook nog profiteren van het uitzicht. Deze tocht betreft volgens de GPS meting 30 km, en we moeten nog stijgen naar 900 meter. Dit zal voor morgen zijn, en ik ben blij dat ik deze plaats gevonden heb om de tocht in twee dagen te kunnen verdelen.