Dag 166 Monasterio de Valdedios Villaviciosa tot Santuario Virgen de la Cabeza 25,6 km

 
Ik had goed geslapen, maar werd abrupt gewekt door een vreemd tafereel. De Duitse vrouw, gehuld in een rood jasje, zat op een stoel en leek iets speciaals te doen, iets dat me intrigeerde, maar niet genoeg om me echt zorgen te maken. Dus sloot ik mijn ogen weer en liet de slaap me opnieuw omarmen.
Om zes uur ontwaakte ik opnieuw, maar de rust in de ruimte was nog voelbaar. Niemand anders was op, dus ik besloot me nog even om te draaien en verder te slapen. Pas om zeven uur kwam ik uit bed, rekte me uit en ging naar de keuken om een tas koffie te zetten. Ik ging aan de tafel zitten en begon mijn blog wat bij te werken, terwijl de eerste zonnestralen de ruimte zacht verlichtten. Rond 7:20 uur kwamen de anderen ook langzaam tevoorschijn, duidelijk niet gehaast om de dag te beginnen.
We verzamelden ons rond de tafel voor het ontbijt. Het was eenvoudig: koffie, melk, confituur, wat ontbijtgranen, koekjes, brood, en een paar stukken fruit, waaronder een banaan en een sinaasappel. Het was niet veel, maar het gaf ons net genoeg energie om de ochtend tegemoet te treden.
Mijn rugzak was snel ingepakt, en toen ik hem op mijn rug tilde, voelde hij zoals altijd. Niet lichter, niet zwaarder—gewoon zoals hij hoorde te voelen, als een vertrouwde last. Het was aan de tocht om te bepalen of dat gevoel zou veranderen.
We begonnen de dag met een steile klim, de enige van de dag. Vanaf daar zou het voornamelijk bergafwaarts gaan of blijven we op dezelfde hoogte. De lucht was fris, en het geluid van onze voetstappen op het grind gaf een ritme aan onze wandeling. In Vega stopten we voor een koffiepauze. Het was de eerste keer dat ik mijn rugzak neerzette, en mijn schouders, die zich nu hadden aangepast aan de last, ontspanden merkbaar. Pas na zeven kilometer voelde ik dat alles in balans was, dat ik echt onderweg was.
De weg was voornamelijk asfalt, af en toe onderbroken door een bosweg die ons een adempauze gaf van de harde ondergrond. De landschappen om ons heen waren prachtig, met heuvels die zich zachtjes naar de horizon uitstrekten. De klimmetjes waren kort en niet bijzonder zwaar, niets om me zorgen over te maken. We passeerden enkele grotere dorpen, maar liepen nooit echt door hun hart, alsof de Camino ons voorzichtig langs de rand van de bewoonde wereld leidde. Het laatste stuk van de dag legden we af op asfalt, op iets drukkere wegen waar auto’s af en toe voorbij raasden.
De gesprekken onder ons werden schaarser, maar de stilte was niet ongemakkelijk. De sfeer bleef rustig, elk van ons verzonken in zijn eigen gedachten. We gaven ons over aan de weg, aan wat deze ons te bieden had, zonder weerstand, zonder haast.
Aan het eind van de dag bereikten we een kapel. Daar zagen we ook de Duitser, die met zijn winkelkar vol spullen en een zonnepaneel de Camino aflegde, live streamend voor zijn volgers. We installeerden ons op een van de banken buiten de kapel om te eten en te wachten tot de avond viel. Een ouder koppel was nog aan het bidden vooraan in de kapel, dus bleven we achterin, bezig met onze eigen bezigheden, gedeeltelijk nog werkend aan onze blogs.
Toen de duisternis eindelijk viel en de kapel leeg was, zocht ieder van ons een plekje voor de nacht. De overdekte ruimte bood bescherming, met banken en genoeg ruimte om uit te spreiden. Een grote spot achter de tralies bij de ingang verlichtte nog de omgeving, maar om middernacht ging deze uit. Net op tijd, want ondertussen was het ook begonnen te regenen, niet hard, maar genoeg om een zachte muziek te creëren op het dak waar we onder lagen.
Met dat ritmische getik van de regen en het rustgevende gevoel van bescherming om me heen, viel ik langzaam in slaap. Het was een mooie plek, gevuld met een kalmte en positieve energie die me volledig opladen. Terwijl de regen zachtjes neerkletterde, liet ik me meevoeren naar een diepe, vredige slaap, omarmd door de nacht en de stilte van de Camino.
 
 
 
 

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *