Slapen ging in het begin heel goed onder de boom in het hoge gras. Het was helemaal mals zonder stenen of takken. Toch kwamen er enkele muggen het plezier bederven. Geen probleem, want ik ben het al gewend. Ik bedek me met het binnenlaken over mijn hoofd en slaap verder. Tot om 2 uur, wanneer ik het geknor van een wild zwijn in mijn omgeving hoor. Ik roep onmiddellijk heel hard en klap met mijn handen. Ik hoor het zwijn al krakend door de struiken wegrennen. Het gekrijs van de groep varkens houdt nog enige tijd aan, maar steeds verder weg. Ik laat het mijn slaap niet verstoren en val snel weer in slaap nadat ik weet dat ze verder weg zijn.
De ochtend begint goed, de bovenkant van mijn slaapzak is niet vochtig. Ik denk dat dit komt doordat ik onder de boom slaap, die de dauw opvangt. Ook het gras is niet nat. Na een simpel ontbijt pak ik mijn rugzak in en vertrek weer. De weg gaat over brede keienwegen, wat met sandalen en sokken nog wel te doen is. Ik loop verkeerd en ben 400 meter uit koers doordat er in een bocht geen enkele aanwijzing was. Ik keer terug en ontdek inderdaad dat we rechtdoor moesten lopen in plaats van verder naar beneden. We komen bij een klein bruggetje dat ons over de Gravezon brengt.
Nu volgt een stijging over een asfaltweg en daarna een smalle oude verbindingsweg naar het dorpje Joncels. Aangekomen vestig ik mij op een bank naast de kerk. Hier rust ik wat uit en bekijk de kaart voor de mogelijkheden van de komende dagen. In Lunas is er op maandag niets open, en vandaag is het zondag. Enkele restaurants zijn open tot de middag.
Ik vraag bij een huis of ik mijn telefoon kan opladen, want zowel mijn telefoon als mijn twee powerbanks zijn leeg. Een half uur later moest de dame weg. Ze stelde nog voor om een verlengsnoer te installeren, maar dat vond ik teveel gevraagd. Mijn telefoon had 45% batterij, genoeg om naar het volgende dorp Lunas te navigeren.
Onderweg, bij een houten brug, moet ik mijn rugzak afdoen omdat een omgevallen boom de weg verspert. Met het gewicht van de rugzak kan ik er niet onderdoor. Juist alles terug op mijn rug is er een volgende boom op de weg, nog geen 200 meter verder. Wederom alles van de rug. Nog een klein stukje verder en we zijn er.
Ik installeer me bij de kerk van Lunas, waar ook het toeristenbureau is. Er is een kleine inkomhal met een bank. Ik wacht tot het onweer voorbij raast. Er is bliksem en veel donkere wolken, maar hier valt geen druppel. Ik twijfel om verder te gaan, maar hier kan ik overnachten. Er zijn zelfs openbare wc’s om de hoek.
Het is 18 uur wanneer er een jong koppel aankomt dat kijkt wat er allemaal te zien is. We beginnen te praten en het blijken Belgen te zijn. Hij is van Beersel en zij van Brussel, maar ze zijn een koppel. Ik leg uit dat ik aan het wachten ben tot het onweer over is zodat ik me kan installeren om buiten te slapen in het kleine overdekte plaatsje op de bank.
Een beetje later komt de jongen terug en geeft me €20. Hij zegt dat ik me moet aanmelden bij café Le Redondel, waar zij ook slapen. Het kost €16, zegt hij, en je kunt er douchen en binnen slapen. Het ontroert me dat dit jonge koppel mij helpt. Ik omhels hem intensief en bedank hen voor hun goedheid.
Nu kan ik mijn voeten en schoenen verzorgen zodat ik morgen minder last heb bij het wandelen. Het is een rudimentaire slaapkamer, niet naar de smaak van de meeste wandelaars, maar voor mij is het een paleis. We zijn met vijf: het Belgische koppel, een Duits koppel en ik. Allen slapen we in een aparte kamer. In hun kamer is er nog een stapelbed vrij. In totaal kunnen hier tien mensen logeren. Ik neem een douche en trek schone kleren aan. Ik moet eraan denken om in de volgende grote stad mijn was te doen.
Later zie ik hen een aperitief nemen. Ik ga bij hen zitten om hen te bedanken en vraag welke route ze nemen. Ze hebben niet de korte route genomen maar ook de lange. Veel mooier, zeggen ze. Ze hebben vijf weken verlof genomen en willen zo tot in Spanje geraken. Ze doen dit ook als een religieuze tocht en om van de natuur te genieten. Ze vinden ook dat de prijzen soms overdreven zijn. In een gîte hebben ze al een probleem gehad: ze wilden alleen overnachten, eerst kon de eigenaar geen eten maken maar later wel, en dit was op donatiebasis maar ze moesten minimaal €15 geven voor het eten. Ze hebben ook gehoord van mensen die pelgrims met de auto afzetten en daarna een bedrag vragen voor de rit. Waarom wil men de pelgrims uitmelken? De sfeer gaat erdoor verloren en alleen zij die het kunnen betalen kunnen het nog doen. Maar ze willen hier geen deel van uitmaken.
Ik maak water klaar in de magnetron voor mijn noedels en een thee. Ik werk mijn dagboek bij. Nu wil ik slapen, ik kan het gebruiken. Ik zal ergens een rustdag moeten inlassen. Er zijn te veel zaken die niet correct verlopen en oplappen is maar voor eventjes. Maar het zal wel beter worden, daar ben ik van overtuigd.