Een nieuwe dag begon in de natuur, en het was volledig rustig. Zoals ik voorspeld had, was er deze keer geen dauw op mijn slaapzak en gelukkig ook niet al te veel muggen ‘s avonds. De bewolking zorgde ervoor dat de temperatuur iets hoger bleef, waardoor ik me half met mijn slaapzak bedekte en mijn binnenlaken volledig over me legde om beschermd te zijn tegen de muggen en andere insecten.
De weersverwachting voor vandaag was bewolkt, met temperaturen tussen de 27° en 17°.
Na een eenvoudig ontbijt en het inpakken van mijn spullen, begon ik mijn tocht langs het kanaal. Al snel kwam ik aan bij een spoorbrug. Ik vermoed dat de meeste pelgrims hier oversteken, maar ik besloot de officiële route te volgen die naar de grote weg leidde. Hier moest ik oversteken en een omweg maken om langs de andere kant van de spoorweg verder te gaan. Als je de spoorweg vanaf het begin volgt, bespaar je zeker anderhalve kilometer, maar voor mij maakte dat niet uit. Ik had tijd genoeg en telde de kilometers niet.
Toen ik eenmaal in Saint-Gilles aankwam, begaf ik me naar de kathedraal. Er was een uitvaart bezig, dus ik wilde me niet mengen onder de menigte. In plaats daarvan zocht ik de gîte van de pelgrims op. Daar aangekomen vroeg ik of ik even mocht rusten om de uitvaart niet te verstoren. Ik werd vriendelijk ontvangen en kreeg koffie aangeboden.
We praatten wat over het pelgrimsleven en de verdere route. Ik kreeg nog een tweede kop koffie en een stuk panettone dat was overgebleven van een andere pelgrim. De hospitalier, die de gîte voor 15 dagen openhoudt, vertelde dat Patrick had gesproken over een pelgrim met een rugzak van 32 kilo. De man kon het bijna niet geloven, maar toen hij mijn rugzak zag, besefte hij dat het inderdaad enorm was. Ik legde uit dat ik volledig autonoom reisde, wat meer materiaal vereist dan wanneer je binnen slaapt en in restaurants eet.
Na dit gesprek begaf ik me terug naar de kathedraal om mijn stempel te halen. Ik vroeg ook of ik de crypte mocht bezoeken, en voor pelgrims was dit gratis. Dit bespaarde me 3 euro. Onder de kathedraal lag een enorme crypte, een sombere plek waar het heerlijk stil was. Het was een aangename plek voor wie wilde bidden of nadenken.
Net buiten Saint-Gilles vond ik een Lidl-supermarkt. Ik kocht redelijk veel proviand, genoeg voor zeker drie dagen, omdat ik niet in één keer naar Vauvert kon lopen. Dit voegde een zeker gewicht toe aan mijn rugzak, maar ik vond het de moeite waard. Samen met mijn 3 liter water kon ik nu twee dagen verder.
Na mijn bezoek aan de supermarkt vervolgde ik mijn weg. Eenmaal de drukte van Saint-Gilles achter me latend, kwam ik in een gebied met enorme boomgaarden terecht waar abrikozen werden gekweekt. De velden leken oneindig. Aan een kruispunt volgde ik de bewegwijzering, maar na 200 meter merkte ik dat dit niet de juiste richting was. Mijn GPS gaf aan dat ik de andere kant op moest. Terugkijkend naar de signalisatie, zag ik dat het bord omgedraaid stond. Hier kun je twee soorten borden volgen: de GR-borden of de gemeentelijke bordjes die de kilometers en de tijdsduur aangeven. De tijdsduur was niet voor mij bedoeld.
Het begon te motregenen, dus zocht ik onder een grote boom beschutting. Ik denk dat ik hier zeker twee uur heb doorgebracht, wachtend tot de regen zou stoppen. Uiteindelijk ging ik verder, stak het kanaal over en vond een plek om te overnachten. Het was niet ideaal, met veel slakken en muggen, maar ik moest ermee doen.
Hier bereidde ik kippenbouten en at ze met wat brood. Ik bewaarde twee kippenbouten voor de volgende ochtend, zodat ik een stevig ontbijt had om mee verder te gaan. Helaas had ik in deze buurt geen internetverbinding. Ik kon wel telefoneren, maar er was geen data bereik, waardoor ik mijn sociale media niet kon bijwerken en wat achterstand opliep.
Deze keer nam ik geen risico’s. Ik gebruikte niet mijn slaapzak, maar enkel mijn bivakzak. Ik deed mijn schoenen uit, wikkelde me in mijn binnenlaken en kroop dan in de bivakzak. Dit deed ik vooral om de smurrie van de slakken tegen te gaan. Gelukkig deed ik dit, want het begon weer een beetje te regenen. Ik bedekte al het overige met mijn paraplu om het droog te houden. En zo ging ik de zalige nacht tegemoet, diep gewikkeld in mijn bivakzak, met slechts een kleine opening om te ademen. Dromenland wachtte op mij.