De ochtend begon met een pittige klim. Om Monaco te omzeilen, volgde ik een bocht door de heuvels. Dit stelde me in staat de drukke stad te vermijden, die tegen de heuvel aan ligt en veel trappen bevat.
Ik volgde de GR653a, die me naar Arles zou brengen. Deze route wordt vaak gekozen door pelgrims die vanuit Italië komen. Pas in Arles beginnen de aanwijzingen voor het traject naar Santiago de Compostela.
De klim voerde me deels door grote landgoederen en bosrijke gebieden. De GR-paden waren beter onderhouden dan die in Italië, en de markeringen waren vertrouwd en duidelijk. Ik moest echter wel opletten, want er zijn verschillende GR-routes die elkaar in dit gebied kruisen.
Wat me opviel, was dat de Fransen nieuwsgieriger waren dan de Italianen en me vaker aanspraken, vooral vanwege de schelp die ik droeg als teken van de pelgrimsroute. Ik kwam een groep van zeker 50 wandelaars tegen op het traject en kon hen een tijdje voorblijven, maar bij een rustpauze liet ik hen allemaal voorgaan. Om ze niet weer in te halen, maakte ik een maaltijd klaar.
Later kwam een man terug, op zoek naar zijn vrouw. Hij vroeg of ik haar had gezien, en hoewel ik eerder een dame had gezien die aan zijn beschrijving voldeed, bleek het niet zijn vrouw te zijn. Een kwartier later stonden ze samen waar ik aan het eten was.
De wandelaars waren nieuwsgierig en stelden veel vragen. Een man uit de buurt van Lourdes vroeg naar mijn telefoonnummer en gaf me de zijne. Hij bood aan me op te halen als ik in de buurt van Lourdes was en uitgenodigd om bij hem te logeren. Hij wilde mijn rugzak optillen, maar deze ging nauwelijks 2 cm van de grond. Hij vond dat mijn rugzak veel te zwaar was en waarschuwde me dat ik mijn rug zou breken. Ik vertelde hem dat ik al twee maanden aan het wandelen was en dat ik geen problemen had. Hij feliciteerde me voor mijn moed en doorzettingsvermogen.
De ontmoetingen met deze wandelaars brachten een lichtpuntje in mijn dag en gaven me een gevoel van verbondenheid met anderen op de pelgrimsroute. Ik ging verder met mijn tocht, met hun woorden van aanmoediging in mijn gedachten.
Terwijl ik rustig door de bossen wandelde, genoot ik van het zachte, bruine pad onder mijn voeten. Het was een aangename afwisseling van de harde, rotsachtige paden waar ik eerder overheen was gegaan. Tijdens mijn wandeling vond ik verschillende objecten die mijn dag een beetje opfleurden.
Een onverwachte vondst was een golfbal van het domein van Monaco, een kleine trofee voor mij. Het was alsof de golfbal daar speciaal voor mij was achtergelaten als een soort geluksbrenger. Wat verderop kwam ik nog een tent tegen, helaas zonder stokken. Toch kon ik er iets nuttigs uit halen: de plastieken sluitingen die precies leken op die van mijn rugzak. Ik sneed ze eraf, samen met een paar touwen die eraan hingen. Deze zouden perfect van pas komen om mijn matje en zeil achterop mijn rugzak te binden. Zo hoefden ze niet meer bovenop mijn rugzak te zitten, waardoor mijn rugzak een stuk minder hoog werd.
Naarmate de dag vorderde, begon ik me te haasten om mijn winkel te bereiken. Ik wilde graag nog wat verse boodschappen inslaan. Maar toen ik nog vijf kilometer van de winkel verwijderd was, realiseerde ik me dat ik de winkel de volgende ochtend beter kon bezoeken. Zo kon ik dan vers brood kopen en mezelf voorbereiden op een nieuwe dag van wandelen.
In plaats daarvan vond ik een rustig plekje waar ik mijn zeil kon opspannen voor de nacht. Het weerbericht gaf aan dat er morgenvroeg een beetje regen zou vallen, dus ik wilde goed voorbereid zijn. Door mijn zeil netjes op te zetten, wist ik dat ik een rustige nacht tegemoet zou gaan. Zo kon ik met een gerust hart genieten van de stilte en rust van de avond, in afwachting van een nieuwe dag vol avontuur op de pelgrimsroute.