De nacht verliep rustig, mede dankzij het muurtje dat me beschermde tegen de wind van de zee. De bomen waaiden heen en weer, maar gelukkig was de straatlamp langs mijn kant kapot, waardoor ik minder in het licht lag.
‘s Morgens pakte ik alles netjes in en verplaatste me naar een plek met minder wind, zodat ik rustig kon ontbijten.
De afdaling naar Alassio was lang en ontspannen. Eens in de stad begon ik de hoofdweg te volgen op zoek naar brood. Ik vond een Carrefour waar de prijzen redelijk waren. De winkel was een doolhof van trappen die me van de ene afdeling naar de andere leidden.
Vandaag voelde ik me een beetje moe. Mijn knie werkte niet helemaal mee en mijn kuiten waren wat stram tijdens het stijgen. Na het eten van een deel van het brood ging ik verder. Het klimmen was niet te lastig; het betrof korte stijgingen afgewisseld met lichte naar beneden.
Op een gegeven moment moest ik echter een forsere klim maken, waarbij ik haarspeldbochten moest nemen. Elke keer kon ik zien waar ik uit zou komen, wat me motiveerde om door te gaan. Er waren zeven haarspeldbochten in korte tijd, wat me snel heel hoog boven de omgeving bracht. Vervolgens liep ik over de heuvelruggen, langs oude verbindingswegen tussen de dorpen. Sommige stukken waren weggespoeld.
Ik vermeed de gemeente Laigueglia door in de heuvels te blijven en een grote omweg te maken. Dit pad bleef op ongeveer dezelfde hoogte, met lichte stijgingen en dalingen, en was een oude weg.
Bij een oud klooster, waarvan alleen nog de restanten over zijn, zag ik opnieuw een gestopte restauratie, met verroeste steigers rondom.
Vanaf hier daalde ik af naar Andora, waarbij ik ook hier de gemeente meed en me meer landinwaarts hield. Ik zag een kerk en besloot even rust te nemen. Bij het naar binnen gaan zag ik dat er om 18 uur een mis zou zijn in de kapel. Het was 17 uur, dus ik besloot nog even te wachten.
Om 17:30 begaf ik me naar de kapel. Op dat moment kwam de priester net naar buiten en vroeg of ik een slaapplaats had. Ik zei hem dat ik normaal buiten sliep en dat een bank naast de kerk voor mij voldoende was. Hij stond erop me een bungalow ter beschikking te stellen.
Ik woonde de korte eredienst bij, samen met slechts vijf andere mensen. Daarna ging ik naar een supermarkt om mijn inkopen te doen voor een stevige maaltijd en wat versnaperingen voor de avond.
Tijdens het eten zag ik de priester in de tuin werken met een grondfrees. Hij maakte de grond losser en plantte courgettes. Hij liet me ook al zijn dieren zien, waaronder verschillende duiven, kippen en een tiental bijenkasten. Toen ik vroeg of deze ook van hem waren, antwoordde hij dat het zijn passie was.
Hij vertelde dat hij al 30 jaar in Italië was en 10 jaar op deze plek woonde. Hij wilde niet meer verhuizen en was tevreden met zijn huidige locatie. De priester was van Poolse afkomst, wat duidelijk werd uit de manier waarop hij alles repareerde en recupereerde, netjes en schoon afgewerkt.
We namen afscheid, want het was tijd om te slapen. Ik was dankbaar voor de rust en gastvrijheid van de priester. Het was een dag vol nieuwe ontmoetingen.