De nacht op de tafel was comfortabel. Ik had een prachtig uitzicht over de stad en voldoende ruimte om me vrij te bewegen. Mijn zwarte slaapzak zorgde ervoor dat ik niet direct werd opgemerkt door voorbijgangers.
‘s Morgens werd ik gewekt door het geluid van iemand die in het donker omhoog klom. Hij droeg een hoofdlampje, waardoor ik hem kon zien. Het was handig om op de tafel te slapen, want ik kon alles gemakkelijk organiseren en inladen.
Liet mijn slaapzak luchten terwijl ik ontbeet, en vervolgens ging ik naar beneden naar een waterpunt. Daar trof ik iemand aan die aan het touwspringen was. Ik besloot toch mijn spullen af te wassen en mijn handdoek te drogen aan mijn rugzak. Nadat ik een sanitaire stop had gemaakt, ging ik verder.
Het dorp was rustig en niet zo levendig als tijdens het weekend. Ik bezocht het grote warenhuis Gulliver en deed daar mijn inkopen: spaghetti, brood, fruit en twee potjes yoghurt. Vervolgens ging ik naar een kerk om de helft van mijn fruit te eten en de rest in een confituurpot te bewaren.
De priester bij de kerk was vriendelijk en ik vroeg hem naar een stempel, maar hij verwees me naar een andere kerk. In Recco waren ze het plein aan het strand aan het vernieuwen, waardoor ik een omweg moest maken. Er was een zwembad en een waterpoloteam aan het trainen. Ik vond een bankje buiten Recco met een prachtig uitzicht, waar ik mijn kip bakte.
Twee nieuwsgierige Duitse vrouwen passeerden en waren verbaasd over mijn kookkunsten. Ik vertelde ze over mijn reis en ze waren onder de indruk van mijn avontuur.
Maakte een flinke klim van 425 trappen, waarbij ik het een paar keer moet stoppen. Ondertussen was er een helikopter die beton leverde aan een bouwplaats, telkens heen en weer vliegend over de heuvel.
In Sori was er geen echt strand, alleen veel vissersbootjes. Ik besloot snel verder te gaan door een lange trapgalerij. Ik klom naar een hoogtepunt om de heuvel over te kunnen steken en daalde toen af naar Pieve Ligure.
De paden waren ver weg van de grote weg en vaak tussen oude verbindingswegen tussen huizen. Hier konden geen auto’s rijden, alleen voetgangers.
De scherpe afdaling naar Bogliasco was zwaar, mijn kuiten waren gespannen van al het klimmen. Ik besloot dat ik liever een hellend pad had dan al die trappen. Uiteindelijk vond ik een bankje om op te rusten en overwoog ik daar te slapen.
Terwijl ik wachtte tot het donker werd, kwam er een jonge Italiaan langs die vroeg of ik de Camino deed en waar ik sliep. Hij bood me een veld aan om te slapen, ondanks de stenen of wortels van de bomen. Ik voelde me veilig en tevreden met mijn keuze om in de open lucht te slapen.