Dag 20 van Nonte Zucchello tot Toplecca Di Sotto

Het is 6 uur ‘s morgens en de zon komt op. Ik zie haar al schijnen van achter de bergen, maar op mijn plek is het nog steeds in de schaduw. Mijn slaapzak is aan de buitenkant helemaal bedekt en vochtig van de dauw, maar tussen mijn twee stokken heb ik hem opgehangen en hij zal snel drogen. De zon begint op te komen en ik voel de warmte op het zwarte materiaal. Deze keer besluit ik iets meer te eten dan alleen een appel. Ik werk een paar sneden brood met appels en chocolade naar binnen, hopende dat het genoeg proteïne zal zijn om de dag te beginnen. Ondertussen is mijn slaapzak opgedroogd en is het meeste vocht verdwenen, maar het gras blijft nog nat. Ik pak mijn spullen in en ben klaar om verder te gaan. De uitzichten zijn prachtig, vooral vanaf de heuvelruggen waar ik blijf lopen. Je kunt zien waar anderen passeren beneden in het dal, omdat ze meerdere malen de weg volgen. Sommigen gaan een beetje omhoog in de bossen, maar ik kies ervoor om over de heuvels te blijven lopen. Het is misschien niet de snelste route, maar wel de meest betoverende.

Ik stop even om mijn dagboek bij te werken en naar de dorpen beneden en het verkeer op de snelweg te kijken, waar wegenwerken bezig zijn. De zon schijnt met een temperatuur van 9°C, wat heerlijk aanvoelt. Ik pak alles weer in, orden een beetje en ga verder. Ik zit hier op een van de hoogste punten en zal vanaf nu de hele dag afdalen. Hier is een speciaal monumentje gebouwd, met alle kerken uit de buurt gegraveerd in stenen. Ik zie een tractor aan komen rijden en wacht even tot hij voorbij is. Daarna vervolg ik mijn weg, maar kom geen Italianen tegen, behalve een oudere man die ook moeite heeft met de wegafzettingen. Hij vindt het ook vreemd dat de jeugdherberg in Berlio vol is. Met mijn rugzak op mijn rug ga ik verder. In de afdaling zie ik rechte bomen en meer struiken. Ik kies er een uit, zaag hem af, pel en schraap de bast eraf, en ik heb een redelijk lange stok om op te steunen tijdens de afdaling. Het is moeilijk met mijn linkerarm, maar ik vind een manier om ermee om te gaan. Het helpt me om beter te dalen, met minder zorgen over struikelingen. Het wordt nu wat makkelijker om te klimmen en ik merk dat ik kleine pasjes kan nemen. Er zijn minder obstakels op mijn pad, dus dit gaat veel beter. Ik ontdek op mijn telefoon dat ik in de pro stand ook video’s kan maken. Ik ben benieuwd of deze avondopnamen veel beter zullen zijn.